Hoe toon je veiligheid aan? Het is de afwezigheid van neveneffecten. Maar ook die moet je kunnen aantonen……

12:22 - 07:25
luistertijd 12:22 - leestijd 07:25

Dwalend door social media posts kwam ik een bericht tegen van iemand die inspiratie wilde voor ’troepvrije’ cosmetica. Welk merk voldeed hieraan?

Marketingclaim

Er is een tijd geweest dat dit begrip regelmatig voorbij kwam op Internet, en ja zelfs in persberichten werd het gebruikt om te duiden dat je hier toch echt met een ander merk te maken had. Troepvrij als marketingclaim.

Enlight112

Vroeger moest het deftig omwille van de droom

Ik kom nog uit een tijd dat je als beautyjournalist ook werd opgeleid door je collega’s en de tijdschrift-eindredacteuren om bepaalde taal wel en niet te gebruiken. We hadden een etiquette. Zo mocht je het nog maar vijftien jaar geleden niet over smeersels of zalf hebben, het heette crème. Niet over plooien, het heette rimpels. Niet over vocht binden, het heette hydrateren, niet over stinken, het heette een neutrale geur of een geur die niet bij mij past. Het woord troep, daar had ik, en mijn keurige collega’s al überhaupt nooit van gehoord – in deze context van cosmetica ofwel huidverzorging. Zo ordinair, dat pastte niet bij de chique belevingswereld van beauty.

Slechte producten of slechte claims?

Later las ik nog wel eens een column van blogger in een gratis treinkrant over de slechte werking van veel producten waarbij ik dan dacht: er bestaan geen slechte producten, maar wel slechte, of oneerlijke claims, waardoor de verwachtingen niet matchen.

Afval, rommel, ondeugdelijke spullen

Troepvrije cosmetica. Wat moet je je hierbij voorstellen? Check het woordenboek en we lezen: troep betekent afval of rommel. Afval in cosmetica? Zeker, er kunnen stoffen in zitten die een bijproduct zijn van een ander verwerkingsproces uit een industriële stof, denk aan vaseline uit de petrochemie. Echter wordt ook afval uit plantenstoffen verwerkt in cosmetica, zoals druiven en tomatenschillen uit de voedingsindustrie, vanwege hun antioxidant stoffen. Afval is dus niet per definitie slecht. Het kan dus zelfs heel mooi in een circulaire economie passen, ergo: duurzaam zijn.

Wat voegt het toe?

Maar dan rommel. Wanneer is iets rommel? Lees de definities en je komt uit bij verklaringen als ondeugdelijke spullen, waardeloze spullen. In de context van cosmetica en je huid kom je dan uit bij producten die niets toevoegen aan je huid, geen functie hebben. Echter is dit bij cosmetica niet het geval. In de basis zit er water en olie in en dat helpt je huid zacht en soepel te houden. Conserveerstoffen zitten erin om te voorkomen dat jij je product vervuilt met bacteriën die aan je vingers zitten, waardoor je huid geïrriteerd kan raken. Nu ja, eigenlijk zit het er vooral in omdat productiebedrijven voor cosmetica niet volgens een strenge farmaceutische standaard werken (dat is namelijk duurder), waardoor vervuiling in het productieproces al plaatsvindt (….).

Voortschrijdend inzicht

Maar bij rommel is er inmiddels meer aan de hand. In cosmetica zitten ook heel veel stofjes die de huid gezonder zouden moeten kunnen maken. Stofjes met een deugdelijk werkzaam bewijs, maar ook stofjes waarvan we gaandeweg erachter komen dat ze wellicht niet zo veilig voor onze gezondheid zijn, en voor die van het milieu. We bevinden ons middenin een revolutie die gedragen wordt door chemofobie. Waarbij het woord fobie misschien niet altijd meer terecht is, maar angst is wel de katalysator.

fillmed

Gesloten industrie

Vele decennia was de chemie een gesloten bolwerk van formuleerders onder elkaar, en producenten die onzichtbaar waren voor de buitenwereld. Men hield zich aan opgestelde veiligheidseisen en geen hond die zich afvroeg wat er nou werkelijk in die potjes zat en wat dat met ons deed. De formuleerders waren ook niet zichtbaar, het was de marketingschil rond een merk dat de communicatie deed. In de keuken was de kok bezig, maar die zag je niet. Het is ook altijd de marketing geweest die de technische taal uit het lab over een product omvouwde naar een poëtische tekst om de consument te verleiden tot aankoop.

Het vertrouwen in cosmeticabedrijven en haar prachtige luxe marketingverhalen was groot. De wereld van cosmetica was een überluxe wereld, het beautyjournaille werd verwend met give aways en persreizen om de dromen verder uit te dragen via de media aan lezers.  Het was een topdown communicatie.

Wat leeft er echt? Onvrede….

Met de komst van het Internet kwam er een wereldwijd platform voor meningen van elke kleur, en toen werd ook pas echt goed zichtbaar hoeveel onvrede er eigenlijk was over cosmeticaproducten. Was het niet over de werkzaamheid die niet matchte met de verwachtingen, dan was het wel over de stoffen die erin zaten waarvoor menigeen eigenlijk allergisch was. Ook werd steeds zichtbaarder dat veel mensen eigenlijk best gecompliceerde huidcondities hebben waarop je geen hapklare brokjes creme kunt smeren, die tot lang waren ingedeeld naar vet, droog, normaal en gecombineerd.

Die categorisering is inmiddels afgeleerd. Cosmetica wordt steeds ‘ medischer’, menig merk praat nu over huidzorg, en focust op specifieke huidcondities als acne, rosacea, rimpels, pigment. Kortom,  de echt zichtbare problemen.

ua-melasma

Cosmetica-activisme

Mensen vonden elkaar in hun onvrede en dat gaf steun aan een nieuw reveil, een cosmetica-activisme eigenlijk. De roep om serieus werkzame producten (of eigenlijk eerlijker claims), maar ook de roep om veilige producten, die niet irriteren. Dit activisme houdt gelijke tred met een nog veel grotere beweging om de gezondheid van onze planeet en alles wat daarop leeft te conserveren. De grootste impact kwam natuurlijk van hen die wetenschappelijk geschoold waren: dermatologen, vooral in Amerika, die vonden dat het anders moest met cosmetica, chemici, met name de vrouwelijke chemici die eigen blogs begonnen en openheid van zaken gaven over formuleringen en vonden dat het anders moest. Milieuactivisten die op macro niveau keken naar stoffen die schadelijk zijn voor mens en milieu en vervolgens gingen kijken in welke industrieën al die stoffen gebruikt werden. En laten we de impact van ’s werelds grootste lobbyorganisatie Environmental Working Group niet vergeten.

Chemofobie

Angst. Angst voor aantasting van onze leefomgeving, maar ook angst voor ziekte. Met een mooi woord duiden psychologen dat als ‘instinctieve toxicologie’, we schreven er al een artikel over. Net als wij moesten onze voorouders beslissen wat veilig was om te eten en te drinken. Maar onze voorouders konden alleen afgaan op hun zintuigen. Als ze het gif konden zien, proeven of ruiken, zoals bijvoorbeeld ontlasting in water, dan wisten ze al dat het foute boel was. Iedere detecteerbare hoeveelheid was te veel; ze hoefden zich verder geen vragen te stellen over een al dan niet veilige hoeveelheid. Instinctieve toxicologie is ingebakken in ons brein. En dat bepaalt hoe we nu nog steeds instinctief over chemische stoffen denken.

Als je oerinstincten niet meer helpen

Echter, we kunnen ons niet meer verlaten op deze duidelijke instincten. We zijn overgeleverd aan producten die voor ons gemaakt worden, we moeten ons verlaten op de zg. inci-lijstjes om te snappen wat erin zitten, het zijn samengestelde producten. Daarin kunnen inderdaad stofjes voor komen die in potentie giftig en ongezondheid zijn. Maar elke toxicoloog weet dat de dosis het gif maakt. Van heel veel stofjes wordt zo’n kleine hoeveelheid gebruikt dat het niet giftig is.

ua-filters

Angst voor hormoonverstoring, onze vruchtbaarheid en kanker

Toch zit hier een adder onder het gras: wat doet een cocktail van stoffen in ons lichaam, als het niet om een enkel stofje gaat? We weten inmiddels dat er helaas stoffen zijn die doordringen in onze bloedbaan. Een aantal synthetische zonnefilters zijn hier nu een voorbeeld van. Ze hebben een potentieel hormoonverstorende werking. Ook onze angst voor de parabenengroep als conserveermiddel ligt hieraan ten grondslag. Doordringbaar in het lichaam en dan met een cumulatief effect zich ophopend. Wat brengt dat te weeg? De afgelopen jaren maakten steeds meer wetenschappers zich hier zorgen over. Ten aanzien van onze vruchtbaarheid, en de toenemende problemen daarmee, maar ook ten aanzien van hormoongevoelige kankers, zoals borstkanker, dat steeds meer vrouwen (en in mindere mate mannen) treft.

Ellende omgedacht in businessmodel

Het Nederlandse Lovelli van marketeer Linda Bot is een sprekend voorbeeld de nieuwe stroming en een pleit voor cosmetica zonder mogelijke schadelijke bijeffecten. Haar moeder kreeg borstkanker en er werd haar geadviseerd om deo zonder aluminium te gebruiken. Van wie het advies kwam, weet ik niet. Was het een arts, een vriendin? Het werd Linda’s levenswerk en succesvolle bedrijf. De claim troepvrije cosmetica heeft zij in Nederland verder gestalte gegeven. Het levert via Google inmiddels ruim 3500 posities op. Of het inderdaad zo is dat aluminiumhoudende deodorant het risico van borstkanker vergroot, blijft nog altijd speculatief. De Kankerbestrijding vindt dat er te weinig bewijs voor is.

Niet communiceren betekent bij voorbaat dat je iets verbergt

Een van mijn leermeesters, de helaas wijlen professor in de chemie, Johann Wiechers riep in 2015 al dat de industrie veel van de ontstane angsten over zichzelf afroept, ‘omdat de industrie te weinig openheid van zaken geeft’. Dat had toen te maken met de opkomst en onrust over nanodeeltjes in cosmetica. Maar wat hij toen zei, geldt nog steeds. De gangbare teneur in de cosmetica industrie is dat men weinig openheid van zaken geeft, als men onder vuur komt te liggen over de veiligheid van stoffen. Johann Wiechers schreef toen op BeautyJournaal: ‘ Als er niets is om je druk over te maken, heb je ook niets te verbergen. Ofwel: als je niet communiceert, wek je de indruk dat je iets te verbergen hebt.’

ua-stresss

Hoe kun je afwezigheid aantonen?

Deze wereldvermaarde professor gaf nog een ander inzicht: ‘Veiligheid kan niet onomstotelijk worden aangetoond. Je kunt niet aantonen wat er niet is. Veiligheid is de AFWEZIGHEID van neveneffecten. En een afwezigheid kun je nu eenmaal niet aantonen.’

Anno 2020 is er weer heel veel gebeurd. Ik had zo graag zijn visie gehad op de ontwikkelingen nu. Over de nieuwe methodieken waarmee wel aantoonbaar gemaakt kan worden dat iets schadelijk of niet schadelijk is. Alles helpt ons, om onze angst te bezweren, en in the meantime rest ons niets anders dan ons eigen beoordelingsvermogen te blijven gebruiken.

Let it be clean

Ik pleit niet per se voor plantaardige cosmetica, want ook daarin kunnen irriterende stoffen zitten. Ik pleit voor schone cosmetica, waarover in in 2017 al schreef. Met gezuiverde grondstoffen, ontdaan van vervuilende bijproducten als gevolg van het productieproces, met niet-irriterende stoffen, met stoffen waarvan is aangetoond dat ze niet hormoonverstorend zijn.

Schermafbeelding 2018-08-07 om 18.38.13

Troepvrij eten

Toch raak ik een gedachte maar niet kwijt: onze angst voor hormoonopstapeling in het lichaam, terwijl vrouwen en masse anticonceptie slikken waarbij je onnoemelijk veel meer hormonen binnenkrijgt. Ach, en nog een: onze voedingsindustrie. Het is makkelijk pijlen richten op cosmetica, maar wat we nog altijd binnen krijgen via etenswaren is tenenkrommend.

Ik kijk uit naar de eerste voedselverpakking waarop staat: TROEPVRIJ;-)

Mijn brein kan het begrip troepvrije cosmetica maar niet verwerken, het maakt er de hele tijd ‘cosmeticavrije troep’  van…..whatever that may be….;-)))

 

beautyjournaal shop

 

Lees ook:

Lees ook