Onlangs is de stichting Natuur en Milieu een campagne begonnen om consumenten bewust te maken van de nano-ontwikkelingen in cosmetica. Er is veel angst en nog meer onwetendheid. Waarom reageert de industrie hier niet op, als zij het veilig achten, omdat het tegendeel niet bewezen is? Cosmetisch chemicus Johann Wiechers betoogt dat de industrie nu juist van zich moet laten horen.
‘De cosmetische industrie heeft na een aanvankelijke euforie over hoe geweldig nanodeeltjes wel niet waren, vervolgens zijn mond dicht gehouden over dit onderwerp nadat de publieke opinie zich tegen nanodeeltjes uitsprak. Wat men niet kan zien, wordt gevreesd. Dat had de cosmetische industrie niet moeten doen. Als er niets is om je druk over te maken, heb je ook niets te verbergen. Ofwel: als je niet communiceert, wek je de indruk dat je iets te verbergen hebt.
De gangbare teneur bij de tegenstanders van het gebruik van nanodeeltjes in cosmetica is nu dat wij (als wetenschappers) er nog niet genoeg vanaf weten. Immers, wij zeggen dit zelf aan het eind van ieder wetenschappelijk artikel dat wij publiceren. Maar iedere wetenschapper zal dit altijd over elk onderwerp zeggen want anders is hij of zij zijn baan kwijt. Ook is het extreem naïef om te zeggen dat je alles weet als wetenschapper of beroepsgroep. Dus dat kun je de wetenschappers niet kwalijk nemen. Maar we kunnen wel naar de feiten kijken.
Wat vertellen de feiten?
Onderzoeksdeeltjes kleiner dan praktijk
Er zijn inmiddels 100+ publicaties die beschrijven of nanodeeltjes de huid kunnen binnengaan. Een viertal publicaties daarvan heeft aangetoond dat ze de huid kunnen binnen penetreren, maar we weten inmiddels dat die deeltjes veel kleiner waren dan wat er in zonnebrandmiddelen zit (in zonnebrandmiddelen zouden zulke kleine deeltjes helemaal niet eens meer werken, dus zulke kleine worden sowieso niet gebruikt).
Experimenten niet op mensenhuid
Ook weten we dat huidpenetratie alleen kon worden aangetoond door varkenshuid. Maar herhaal hetzelfde experiment op mensenhuid, en er gaat niets door de opperhuid! Dit is weliswaar nog een raadsel voor de wetenschappers, maar dat neemt niet weg dat penetratie van zonnebrand nanodeeltjes door menselijke huid nog NOOIT gevonden is. Maar stel dat dit toch het geval was, dan heb je altijd nog epidemiologisch bewijs. Nanodeeltjes zitten al sinds ongeveer 1985 (titaandioxide) en 1995 (zinkoxide) in cosmetica. Er is bijna geen mens die deze producten niet gebruikt, hoewel je ook organische zonnefilters kunt gebruiken. Laten we zeggen dat daarom 90% van de mensheid in Europa zo’n product wel eens gebruikt heeft. En dat gedurende de laatste 20 jaar (gemiddeld). Hoeveel mensen ken je die aan het gebruik van zonnebrandmiddelen zijn overleden? Oftewel, er is geen epidemiologisch bewijs voor de onveiligheid van nanodeeltjes in cosmetica.
Ook tandpasta bevat titaandioxide
Nog niet overtuigd van de afwezigheid van een toxisch effect van titaandioxide bijvoorbeeld? In witte tandpasta zit titaandioxide om het zo stralend wit te doen laten zijn, en hoewel we allen waarschijnlijk onze jeugdjaren voorbij zijn toen we de tandpasta nog opaten, krijgen we elke dag wel een paar milligrammen van titaandioxide binnen door onze tanden te poetsen. Dit zijn weliswaar geen nanodeeltjes (want anders zou de tandpasta niet wit zijn), maar dit stofje is nu eenmaal niet erg toxisch (een veilige stof bestaat niet, drink 25 liter water en je bent er ook niet meer….)
‘Veiligheid kan niet onomstotelijk worden aangetoond. Je kunt niet aantonen wat er niet is. Veiligheid is de AFWEZIGHEID van neveneffecten. En een afwezigheid kun je nu eenmaal niet aantonen.’
Hoe bewijs je veiligheid?
Als er nu geen probleem is met nanodeeltjes in cosmetica, waarom zou de cosmetische industrie dit nu niet van de daken roepen? Ten eerste omdat veiligheid niet onomstotelijk kan worden aangetoond, want je kunt niet aantonen wat er niet is. Veiligheid is de AFWEZIGHEID van neveneffecten. En een afwezigheid kun je nu eenmaal niet aantonen. Daarom maken veiligheidsmensen (de toxicologen) inschattingen van de waarschijnlijkheid van een risico. Daaruit blijkt dat er geen issue is met die nanodeeltjes. Hoewel de cosmetische industrie in mijn optiek veel meer voorlichting en informatie richting klanten zou moeten verstrekken over de afwezigheid van een denkbeeldig gevaar bij nanodeeltjes, zijn ze waarschijnlijk ook bang hiermee niets te bereiken. Er is nu eenmaal een kleine categorie mensen die denkt (of moet ik zeggen zeker weet) dat nanodeeltjes gevaarlijk zijn. Heeft praten met deze mensen zin? Ik weet het niet…
Beslissen zonder voldoende kennis?
De stichting Natuur en Milieu heeft nu een website gelanceerd (www.nanocontrole.nl, red.). BeautyJournaal vraagt wat ik hiervan vind. Als dit leidt tot meer transparantie van de kant van de industrie is dit fantastisch, maar wat betekent het als er nanodeeltjes in een product zitten? Waarschijnlijk dat het goed werkt. Maar de suggestie wordt gewekt dat hun aanwezigheid een gevaar oplevert en dat ieder individu zelf het beste kan beslissen wat goed is voor hem of haar.
Wil je absoluut geen nanodeeltjes, gebruik dan alleen organische zonnefilters. Die keus heb je nu al. Vermijd titaandioxide en zinkoxide (hoewel ze er ook als grotere deeltjes in zouden kunnen zitten; dit zie je meteen omdat de grote deeltjes een wittige laag op de huid achterlaten). Ik heb daarvoor die website niet nodig. Een kritische consument kan dit zelf vaststellen. Maar het gevaar volgens de cosmetische industrie zit hem in het feit dat hun producten geweerd zouden kunnen worden door mensen die (abusievelijk) denken dat nanodeeltjes gevaarlijk kunnen zijn. Lezeres Rona heeft volkomen gelijk als zij hier op BeautyJournaal in een post zegt dat ‘het overgrote deel van de mensen zich hierover niet druk maakt. Die weten dat er niet dagelijks mensen aan het gebruik van zonnebrandmiddelen sterven’.
‘De cosmetische industrie heeft nanodeeltjes nodig om transparante zonnebrandmiddelen te maken, maar de cosmetica klant heeft transparantie nodig voordat ze nanodeeltjes gaat gebruiken.’
Voor die categorie van mensen die kritisch willen zijn is die website een goede ontwikkeling. Voor hen is het verkrijgen van accurate informatie erg belangrijk. Dit ontbreekt tenzij ook zij die 100+ artikelen gaan lezen. Dit doen ze natuurlijk niet, en kunnen ze zeer waarschijnlijk ook niet, maar hier zou de cosmetische industrie op moeten inspringen en veel meer informatie moeten verstrekken. De cosmetische industrie heeft nanodeeltjes nodig om transparante zonnebrandmiddelen te maken, maar de cosmetica klant heeft transparantie nodig voordat ze nanodeeltjes gaat gebruiken.
In December 2010 geef ik in New York een lezing met de toepasselijke titel: “Nothing to see but also nothing to hide: An evaluation of the skin penetration capability of nanoparticles used in sunscreens”.
Johann Wiechers, als cosmetisch chemicus verbonden aan BeautyJournaal.
Lees hieronder nog meer artikelen met Johann Wiechers.