Procter & Gamble onderzoekster Frauke Neuser: ‘Er komt skincare op jouw genetisch profiel’

10:44 - 06:26
luistertijd 10:44 - leestijd 06:26

Wist je dat 80% tot 90% van de moderne cosmetica de celbiologie beïnvloedt? BeautyJournaal’s Monique ging in gesprek met Procter & Gamble onderzoekster Frauke Neuser

Herinner jij je nog de tijd dat we het qua crème moesten doen met een algemene huidverzachter als Nivea of Oil of Olaz? Een de periode erna dat we een onderscheid kregen naar de droge, vette en normale huid?

Van huidtype naar milieuinvloed

Eind jaren negentig kwam het antirimpel segment erbij en begin van dit decennium erkenning voor de gevoelige huid. De laatste 5 jaar is de industrie helemaal los gegaan met segmenteringen naar problemen die vooral door zonschade veroorzaakt worden, ergo: externe invloeden.

Als je het in vogelvlucht bekijkt is er de afgelopen zestig jaar echt veel gebeurd marketingtechnisch, maar ook qua innovaties en inzichten. Dankzij de komst van steeds geavanceerdere apparatuur kan ook steeds beter bekeken worden wat stoffen nu precies doen op de huid.

Ontrafeling van het genoom

En dankzij de ontrafeling van ons DNA en de voortschrijdende kennis over de sleutels en sloten op onze genen (hoe je genexpressies aan en uit kan zetten…), en het gebruik van menselijke kunsthuid, wordt nu ook duidelijk hoe hoe de stofjes IN de huid(cellen) werken. De grote revolutie is dat huidverzorgingsproducten hierdoor steeds werkzamer kunnen worden en beautycare van droom echt tot werkelijkheid wordt. Ik sprak hierover met wetenschapster Frauke Neuser, van Procter & Gamble.

Nieuwe analysemogelijkjheden

Heel veel nieuwe inzichten hebben we te danken aan nieuwe analyse mogelijkheden in het lab,’ vertelt de vriendelijke onderzoekster aan de telefoon. ‘Als je terugdenkt aan dertig, veertig jaar geleden, konden we niet meer dan naar de huid kijken op microscopisch niveau en met het blote oog.

We kwamen niet verder dan het typeren van huidtypen, meer konden onze ogen niet waarnemen. Je maakte dan een product en je keek weer aan het huidoppervlak hoe dat product zich gedroeg en of het werkte. We konden alleen oppervlakte parameters opstellen: over rimpels, poriën, vettigheid of glans, pigmentvlekken, droogte, roodheid.’

Dat zijn wel zaken die ons nog steeds bezighouden als consument…‘Ja, dat klopt, omdat ze zichtbaar zijn en we ze niet prettig vinden om te zien.’

De komst van huidcel culturen

‘Maar een grote stap voorwaarts was de komst van huidcelculturen in het lab, zodat we niet meer alleen met levende mensen hoefden te werken die elke paar dagen getest werden of met echte huidbiopten, wat toch ook belastend is. Met deze huidcelculturen startten we eind jaren tachtig begin, jaren negentig. Nu is het heel gewoon, maar het is helemaal nog niet zo lang geleden dat we daarmee konden beginnen.’

Welke nieuwe mogelijkheden brachten die huidcelletjes op een petrischaaltje?

‘We konden nu veel meer ingrediënten gaan testen. We hoefden ook minder rekening te houden met de veiligheid van de ingrediënten, we konden meer gaan experimenteren. Maar tegelijkertijd konden we ook nog beter gaan kijken naar de veiligheid van de stoffen – naast die werkzaamheid. We konden veel meer gaan werken zoals de farmaceutische industrie dat doet. Dit heeft de schaal waarop we met huidverzorging bezig konden gaan enorm vergroot en veranderd, geprofessionaliseerd zeg maar.’

Wat is het belangrijkste dat ontdekt werd?

We leerden nu hoe ingrediënten de celbiologie beïnvloeden. Wordt er inderdaad meer collageen geproduceerd, functioneren ze beter? Natuurlijk is het niet zaligmakend, je kunt nooit alles beschouwen vanuit een geïsoleerde techniek, maar het is een goede eerste stap, en we maken er ook nu nog volop gebruik van.

 

De crux blijft natuurlijk: hoe doet een complete formule het op de levende mensenhuid…

‘Dat is inderdaad een complexer verhaal. Ingrediënten moeten eerst penetreren in de huid, dat is al stap 1, en je hebt nooit met alleen 1 ingrediënt te maken, maar met een formule waarin diverse stoffen zitten. De mensenhuid is natuurlijk ook geen gecontroleerde omgeving waarin je werkt, zoals met in vitro culturen. Het is dus niet compleet, maar complementair.’

‘De nieuwe onderzoeksmogelijkheden zijn heel geschikt voor innovaties,’ vervolgt Neuser. ‘Je kunt naar verschillende celculturen kijken: fibroblasten, keratinocyten, melanocyten. Hoe reageren invidivuele cellen op individuele ingrediënten?’

Welke innovaties heeft het werken met celculturen opgeleverd?

‘We hebben heel veel geleerd van zg celregulators: werkzame stoffen die huidcellen stimuleren: peptiden, groeifactoren…’

En de ontrafeling van het DNA, heeft dat al iets opgeleverd?

‘Dat was 15 jaar geleden. Heel interessant, maar er moet nog veel ontdekt worden hoor. We kunnen nu wel naar je DNA kijken en zekere voorspellingen doen over je geschiedenis en erfelijke ziekten die zich zouden kunnen openbaren, maar een nog grotere stap voorwaarts is de mogelijkheid om naar genexpressies te kijken. Dus hoe de genen werken, en dan kijken naar tienduizenden genen tegelijkertijd. Dat is nu het volgende: van het kijken naar het genoom zelf, naar kijken naar genexpressies, omdat we nu daadwerkelijk naar veranderingen over een langere tijd kunnen kijken. Genexpressies in een twintigjarige zijn heel anders dan in een veertigjarige, net zoals genexpressies tussen huiden die veel aan de zon blootgesteld zijn geweest en niet.

Het klinkt nog erg abstract. Wat heeft de cosmetica industrie hier nu concreet aan?

Neem zonblootstelling: je kijkt naar de cellen van de uv-beschadigde huid en van de niet beschadigde huid, bijvoorbeeld van de bil. Je kunt dan zien welke genen geactiveerd zijn en welke uitgeschakeld zijn als gevolg van die uv-blootstelling.

En als we dat weten, kunnen we kijken naar actieve ingrediënten die helpen bij het reduceren van de schade. Ofwel: de huid helpen om zichzelf te helpen.

P & G heeft natuurlijk gekeken naar de werking van ingrediënten die we al langer gebruiken en hoe ze werken. Zoals niacinamide: we wisten al dat het veelzijdig is om de huidconditie te optimaliseren, maar het is nog veelzijdiger dan we al dachten! Zo kunnen we nog gerichter werken aan het combineren van niacinamide met andere stoffen voor effectiviteit. Het helpt dus om nog betere producten te maken.

Hoe kun je garanderen dat wat in het lab werkt, ook op de levende mensenhuid werkt?
‘De laatste stap is altijd de in-vivo test en die bestaat voor cosmetica meestal al een consumentengebruikersstudie. Je kunt gen expressie ook op levende mensenhuid testen, met een bioptie maar dan moet je snijden, of dermabrasie doen. Je kunt ook een zg. tape strip analyse doen.’

Mag je de fysiologie van de huid beïnvloeden met cosmetica?

‘De huidige cosmeticawetgeving is zwaar verouderd. Cosmetica mag alleen een cosmetisch effect hebben, geen fysiologisch effect, dus alleen een visueel effect. Je mag dus absoluut niet zeggen dat een product de genexpressie stimuleert. We mogen wel over de werking van individuele ingrediënten praten, maar als we alles samenbrengen in een potje, mogen we over het eindresultaat alleen in algemeenheden iets zeggen. Maar wist je dat 80 tot 90% van de cosmetica vandaag de dag de celbiologie beïnvloedt?’

Wat zou er met de huidige wetgeving moeten gebeuren?

‘Hij zou moeten worden aangepast. De reden dat er wetgeving is, is natuurlijk om de veiligheid van cosmetica te garanderen. Het blijft belangrijk te weten of cosmetica ook andere delen van het lichaam kan beïnvloeden, dan alleen de huid.’

Met komst van nieuwe inzichten en technieken, verandert ook de communicatie. Van huidtype naar lifestyle…

‘Weet je dat je levensstijl voor 70% verantwoordelijk is voor de mate en het tempo waarin jouw huid veroudert? Maar 30% kan worden weggeschreven aan je genen, terwijl we altijd dachten dat dat veel meer was. Denk aan voeding, ziekte, slaappatronen, je leefomgeving – stad of platteland, zonblootstelling.

Onze levensstijlen zijn de afgelopen honderd jaar zo snel veranderd, ten opzichte van de 1000 jaar ervoor. Evolutie loopt achter de feiten aan. Wellicht zien we over pakweg 300 jaar pas hoe onze huid en levensstijl met elkaar in synergie zijn gekomen. Misschien zien we dan ook pas het resultaat van onze positieve aanpassingen en uitvindingen. Dus dat onze huid minder snel zal verouderen. Voorlopig heeft onze huid veel moeite om de snelle veranderingen bij te benen.’

Dus praten over huidtype is straks verleden tijd?

‘Ik verwacht echt dat we binnen twintig jaar bij de skincarecounter gepersonaliseerde huidverzorginsproducten kunnen kopen/bestellen. Met behulp van een huidpatch of wat spuug, voor een kleine genetisch analyse. Er is in Amerika een bedrijf dat heet 23andme, dat genetische informatie aanlevert over jouw gezondheid, het maakt een genkaartje voor 99 euro. Het is inmiddels wel streng aangepakt door de FDA en staat onder curatele. Maar het geeft maar aan dat het al lang mogelijk is.’

Iedereen een genkaartje, dat vraagt om heel wat nieuwe producten…

‘Dat hoeft niet. Het zou zo maar kunnen dat we tot de conclusie komen dat je tien basisformuleringen nodig hebt en kan variëren met de werkzame stoffen. Misschien zijn er meer producten nodig, maar als je ze niet meer op voorraad hoeft te hebben, maar op bestelling maakt, scheelt dat ook weer. Vergeet niet: genen voorspellen niet de toekomst, ze geven alleen indicaties van wat mogelijk is, maar niet hoeft te gebeuren.’

Zijn er ook al machines waarmee je real time cosmeticatests kunt uitvoeren op de huid?

‘We hebben de Seahorse, een multi functioneel laserapparaat, waarmee je in de huid kan kijken zonder de huid te beschadigen. Je kunt er niet mee naar genen kijken, maar je kunt wel in de cellen kijken: naar het energieniveau, het collageen en elastine niveaus. Je hoeft dan niet meer tot aan het einde van een experiment te wachten om de resultaten in de cellen te bekijken, je kunt het real time doen en een over langere tijd.

Het komt er simpelweg op neer dat we veel innovatie nu te danken aan nieuwe analysemethoden. Zowel dankzij nieuwe machines als het genoom.’

 

Lees ook