Onlangs werd via internationale vakmedia naar buiten gebracht dat de hoeveelheid rode kleurstof in haarverf (permanente en tijdelijke kleuringen) wellicht te hoog is, waardoor irritaties aan huid en ogen kunnen ontstaan. Het gaat om een wetenschappelijke discussie, geinitieerd vanuit de het Europese commitee voor consumentenveiligheid. Hoe moet je dergelijk berichten uitleggen, en moet je als […]

03:20 - 02:00
luistertijd 03:20 - leestijd 02:00

Onlangs werd via internationale vakmedia naar buiten gebracht dat de hoeveelheid rode kleurstof in haarverf (permanente en tijdelijke kleuringen) wellicht te hoog is, waardoor irritaties aan huid en ogen kunnen ontstaan. Het gaat om een wetenschappelijke discussie, geinitieerd vanuit de het Europese commitee voor consumentenveiligheid. Hoe moet je dergelijk berichten uitleggen, en moet je als consument nu gewaarschuwd zijn of niet? We vroegen het aan onze chemicus Lida Schoen.

De strekking van het verhaal is: ‘HC Red No 16 (chemische naam: N-(2-nitro-4-aminofenyl-allylamine (B114)  kan onder de huidige regelgeving worden gebruikt in zowel niet oxidatieve en oxidatieve haar kleurstofformuleringen met een concentratiegrens van 1,5 procent en 0,75 procent. Maar na een check van deze aanbevelingen heeft de commissie geconcludeerd dat de aanbevolen concentraties mogelijk te hoog zijn.’

Waar zit die rode kleurstof dan in – alleen in de rode haarverf of ook de andere kleuren met warme tint (=rood)?Lida: ‘Alles is mogelijk, er zit vaak een mengel van kleurstoffen in. Dus goed op ’t etiket kijken!’

Hoe kun je nu als consument gaan checken of dit in het product zit wat je koopt en wat de concentratie is?

Lida: ‘De kleurstoffen moeten in de ingrediëntenlijst op het etiket van het product staan, in volgorde van afnemend percentage (onder 1% hoeft ’t niet meer in volgorde). Je kunt op een etiket dus ‘nooit’ zien wat de concentratie is.
Cosmeticawetgeving geldt voor de hele Europese Unie, maar is altijd gebaseerd op de huidige stand van de wetenschap, dus bijv. ook wat bekend is over veiligheid: acute giftigheid, huidirritatie, opname door de huid en gentoxiciteit (kan mutaties in de genen veroorzaken met als gevolg het ontstaan van tumoren).
Met name Annex (bijlage) II geeft precies aan, welke stoffen totaal verboden zijn in haarverven. In Annex III staan stoffen die wel toegelaten zijn, vaak wel met beperkingen. Voor HC Red no 16 geldt maximaal 1,5% voor tijdelijke (niet-oxidatieve) en 0,75% voor permanente (oxidatieve) haarverf (met altijd twee potjes/flesjes, die vlak voor het verven gemengd worden).

Waar zou het SCCS de argumenten vandaan halen om te zeggen dat deze percentages niet veilig zijn. Op welk onderzoek is dat gestoeld?Lida: ‘De taak van de SCCS (Scientific Committee on Consumer Safety van de Europese Unie) is nieuw onderzoek te verzamelen, zodat de cosmeticawetgeving aangepast kan worden aan de nieuwste inzichten. Colipa (Europese Cosmetica Verenigingen) produceerde voor de SCCR een discussiestuk (http://ec.europa.eu/health/scientific_committees/consumer_safety/docs/sccs_o_045.pdf), met als conclusie: ‘Based on the low margin of safety for the use in both oxidative and non-oxidative hair dye formulations, the SCCS is of the opinion that the use of HC Red n° 16 as a hair dye ingredient up to a final on-head concentration of 0.75% under oxidative and 1.5% under non-oxidative conditions poses a risk to the health of the consumer. A definite conclusion on the mutagenicity of HC Red n° 16 cannot be drawn.

Het komt erop neer dat ‘iedereen’ vóór 28 januari 2011 kan reageren op dit discussiestuk. Het laatste woord is dus niet gezegd!’

Lees ook