Meest gehoorde bezwaren tegen het gebruik van minerale olie in cosmetica: Het sluit de huid af Het droogt de huid uit Het tast de beschermende werking van de de huidbarrière aan De huid raakt overgevoelig als je stopt met smeren Johann Wiechers legt uit: Minerale olie is een occluderende stof. Het geeft een ogenblikkelijk effect, dwz de […]

05:42 - 03:25
luistertijd 05:42 - leestijd 03:25

Paraffine verslaving

Meest gehoorde bezwaren tegen het gebruik van minerale olie in cosmetica:

Johann Wiechers legt uit:

Minerale olie is een occluderende stof. Het geeft een ogenblikkelijk effect, dwz de huiduitdroging neemt af, maar als de minerale olie weg is, is de mindere barrière functie van de huid er nog steeds en dit verklaart waarschijnlijk waarom sommige mensen zeggen dat de huid hieraan verslaafd kan raken (al hoewel ik dat zelf nog nooit gehoord heb, maar ik kan wetenschappelijke argumenten bedenken waarom dit zou kunnen kloppen). Je ziet dit ook met mensen die non-stop lipbalsem gebruiken. Ze kunnen niet meer zonder.

Wat is het probleem? Omdat de waterconcentratie in de huid toeneemt bij gebruik van dit soort occluderende stoffen, gaat deze van te weinig naar te veel. Bij zowel te weinig water als te veel water in de huid, werken de enzymen in je huid (die alles weer goed moeten maken) niet meer (of niet meer optimaal). Nu hangt het dus af van de mate waarin je formulering dus occlusief is. Een beetje is goed (semi-occlusief in het wetenschappelijke jargon), te veel en te weinig water is niet goed. Pure minerale olie geeft waarschijnlijk tijdelijk te veel water in de huid en zou dus niet goed zijn op de langere termijn. Maar het gaat me te ver om te zeggen dat daarom elk product met minerale olie uit de schappen gehaald moet worden, want je kunt ook mengsels van minerale olie met andere (natuurlijke) oliën maken waarbij deze mate van doorlaatbaarheid (semi-occlusiviteit) wel optimaal is.

Dit wil overigens niet zeggen dat minerale olie niet als ‘vehicle’ gebruikt kan worden. Het penetreert slecht in de huid (dat klopt), maar dit hoeft ook niet om een goed vehicle te zijn. Als onderdeel van een formulering die (een) bepaalde aktiefstof(fen) bevat(ten) kan minerale olie echt wel geschikt zijn, maar als hydraterende stof zou ik het niet ALLEEN gebruiken. Probleem van de consument is echter – tot grote frustratie van mensen als Monique (de oprichter van dit platform BeautyJournaal) die de waarheid op tafel proberen te krijgen en tegelijkertijd een nuttig advies aan de consument hopen te geven – dat je dit niet van het etiket af kunt lezen. Ik zou er een experiment voor moeten doen om dit vast te kunnen stellen waarbij ik milligram balansen of transepidermale waterverlies meters en dergelijke nodig heb. Dit maakt het voor de consument erg moeilijk, zo niet onmogelijk, om VOORAF vast te kunnen stellen wat goed en wat slecht voor haar/hem is.

Wat dan wel te gebruiken? Ik heb recentelijk een artikel gepubliceerd in Cosmetics & Toiletries (april 2009) waarin ik beschreef dat er een nieuw mechanisme van vochtinbrengende stoffen bestaat, namelijk die stoffen die de barrièrefunctie van de bestaande lipiden optimaliseren. De mechanismen die tot nu toe beschreven zijn zijn humectants (stoffen zoals glycerine die water opzuigen) en ‘occlusive agents’ (stoffen als minerale olie die de huid afdichten). Beide verhogen tijdelijk de waterconcentratie in de huid, maar de occluderende stoffen pakken niet het onderliggende probleem aan. Glycerine doet dit – zoals erg overtuigend in de literatuur aangetoond – wel. Het nieuwe mechanisme (interne occlusie genoemd, omdat het de huidbarrière intern verstevigt en daardoor het water intern vasthoudt en niet alleen aan de buitenkant waardoor de huid zelf niets meer hoeft te doen) is bewezen voor slechts een paar stoffen, maar het is aan te nemen dat dit voor vele van de ’standaard’ emollienten die we al jaren in de cosmetica gebruiken ook geldt. Misschien doen de natuurlijke oliën dit ook wel (daarvoor is nog geen voldoende bewijs, alleen een samenvatting in de wetenschappelijke literatuur voor kokosolie), maar het is zeker niet gelimiteerd tot de natuurlijke oliën. Het is bewezen voor een drietal synthetische oliën.

De conclusie die sommigen mensen trekken, dat als je ophoudt een product te gebruiken en het oorspronkelijke probleem daarna terug komt (of zelfs erger), dit te wijten is aan de minerale olie in het product, is natuurlijk niet waar. Als het bovenstaande duidelijk is, zou de lezer kunnen begrijpen dat de mate van occlusie van dat product voor haar of hem te hoog is geweest. Dit kan ook zonder minerale olie het geval zijn. Maar – en daar ben ik het wel mee eens – ik zou dan wel op een ander product overstappen. Het omgekeerde is ook niet waar. Ik ken producten die minerale olie bevatten EN de juiste mate van occlusiviteit geven. Dus ik veroordeel minerale olie niet onvoorwaardelijk. Pure minerale olie is alleen op de korte termijn nuttig. Combinaties van minerale olie met andere oliën kunnen heel nuttig zijn maar daarvoor moet je eerst een test doen. Maar aangezien de meeste mensen dat zelf niet kunnen doen, moet je het proefondervindelijk vaststellen.

Waarmee maar weer bewezen is dat cosmetische wetenschap toch echt een wetenschap is en dat de waarheid vaak niet zo eenvoudig is als de gemiddelde consument gelooft!

Met vriendelijke groet,

Johann Wiechers
Independent Consultant for Cosmetic Science
JW Solutions

Lees ook