Van de week las ik een ingezonden brief in Het Parool over de onveiligheid van de Amsterdamse metro. De schrijver stelt dat de verantwoordelijken bij de gemeente dan wel kunnen stellen dat de metro duizend keer veiliger is dan fietsen in de stad, en dat dit statistisch bewezen is, maar dan de gewone mens hier weinig boodschap aan heeft. Schrijver stelt in zijn stuk dat dit feitelijke, maar ook typische uitspraken van bètaopgeleide mensen zijn, die zich graag door de ratio van de statistiek laten leiden. Ik citeer: ‘ De mens is vaak niet het rationele wezen waarvoor hij vaak wordt gehouden. Als dat zo zou zijn, zou iedereen thuis het bangst zijn, omdat daar de meeste ongelukken gebeuren.’
Verder schrijft deze Remco de Boer, communicatie-adviseur techniek en wetenschap, dat ‘ de mate waarin we ergens bang voor zijn, of juist niet, voor een groot deel evolutionair bepaald is. Zo zijn we banger voor rampzalige incidenten zoals vliegtuigongelukken dan voor chronische ziekten als kanker. Maar ons gemoed wordt vooral ook beïnvloed door de mate waarin we zelf in staat zijn gevaar te vermijden of eraan te ontsnappen.’
Angst gevoed door Internet
En juist deze laatste zin zette me aan het denken ten aanzien van de huidige hetze tegen allerlei stoffen in cosmetica, zoals het conserveringsmiddel parabeen, siliconen, geur- en kleurstoffen, wasactieve stoffen als SLS en SLES. Ik heb al eerder gemeld dat steeds meer cosmeticamerken vooral communiceren wat er niet in het product zit. Met als doel de consument gerust te stellen, omdat zij bang is geworden door de vele tegengeluiden via met name internetmedia, over de vermeende gevaren van deze stoffen voor je gezondheid, doelend op huidbeschadiging die chronisch kan worden, oestrogeenverstorende effecten en kanker.
Zwak tegengeluid
Wetenschappers kunnen nu wel de strijd aangaan door het tegendeel te roepen en daarbij met wetenschappelijk onderzoek te zwaaien waaruit dit zou blijken, maar bij de mens is het onderbuikgevoel vele malen sterker. Bovendien: er zijn net zo eenvoudig wetenschappelijke onderzoeken te vinden waaruit juist schadelijkheid zou blijken. En dan wordt het zaak om een goede literatuurstudie te gaan doen om de voors- en tegens met elkaar te vergelijken en ook te kijken hoe en of onderzoeken adequaat zijn uitgevoerd. Momenteel lijkt de angst in de onderbuik aan kracht te winnen en geeft de industrie zich daar ook verrassend makkelijk aan over. Pikant, omdat ze daarmee indirect juist het gevoel van onveiligheid zou kunnen onderstrepen alsof het waarheid is.
Laat formuleerders praten in plaats van marketeers
Waarom staat de industrie niet op en draagt zij wereldwijd de boodschap uit dat deze stoffen veilig zijn, waarom toont zij geen onherroepelijk bewijs hiervoor aan? Waarom komt de industrie niet met goede literatuurstudies, onafhankelijk uitgevoerd? Binnen de wereld van de formuleerders verneem ik wel dit soort geluiden, maar ze bereiken de consument nauwelijks tot niet. Het geluid is te zwak, wordt niet grootschalig genoeg gecommuniceerd, en kan wellicht niet opbotsen tegen de heersende angst voor al die ongrijpbare chemische stofjes met moeilijke namen die we dagelijks op onze huid smeren. Formuleerders van cosmetica zijn naar mijn idee sowieso veel te onzichtbaar, ze staan in de schaduw van de marketeers en dat is niet terecht. Van formuleerders krijg je een veel evenwichtiger verhaal te horen, daar kan het geblaat van de marketeer niet tegenop.
Zwakke rol NCV
In Nederland is de industrie verenigd in de Nederlandse Cosmetica Vereniging en zij brengt wel met regelmaat communiqués naar buiten als de emoties rond stoffen en technieken (nanotechnologie) te hoog oplopen om ons geruststellend te laten weten dat een en ander volgens de huidige kennis veilig is. Maar het beklijft niet. Waarom eigenlijk niet? Het wordt veel te kleintjes gecommuniceerd. De industrie heeft de meest machtigemarketeers in dienst als het om het verkondigen van weergaloze beloften gaat, maar als het op het verklaren van wellicht onzuivere geluiden gaat over stoffen geeft ze nauwelijks thuis, wordt die krachtige communicatiemachine nauwelijks in werking gezet en wordt het afgeschoven op de NCV die daarin ook veel te minnetjes optreedt.
Strengere wetgeving in 2013
Interessant is ook om te weten dat er toch wel iets broeit. Zo gaat per 2013 een nieuwe cosmeticawetgeving in, in Europa en daarbij worden heel wat procedures aan banden gelegd, ofwel de wetgeving wordt strenger. De controlemechanismen worden groter, in internationaal verband moeten op een vastgestelde plaats van alle verhandelbare producten de veiligheidsprofielen nauwkeurig worden vastgelegd, van elke stof, in elk product (kostbare aangelegenheid, gaat de industrie in Europa zeker enkele miljarden kosten!). Claims worden aangescherpt, ofwel: de taal waarmee de marketeer zo handig speelt krijgt minder speelruimte (je mag niet meer claimen dan dat je echt kunt bewijzen, dit wordt nu ook officieel door de Europese Commissie vastgesteld, dat was tot nu toe nietzo), gebruik van nanotechnologie moet op het etiket komen, en babycosmetica gaat strenger gemonitord worden, omdat blijkt dat een aantal stoffen die in grote mensen cosmetica zitten niet zo veilig zijn voor de kleine mens en haar toch kwetsbaardere huid, zoals die parabenen.
Vrouwelijke intuïtie
Met name dit laatste is natuurlijk koren op de molen van de protestbeweging en roept prachtig nog meer onderbuikgevoelens van onveiligheid op. Want de stelregel van een moeder zal altijd zijn als ze veiligheid van iets wil beoordelen: zou ik dit aan mijn kinderen geven, of op mijn kinderen smeren? Een beoordelingsvraag die volledig door emotie en intuïtie is ingegeven, maar waar ook geen wetenschapper tegenin durft te gaan. De intuïtie van een moeder is heilig, zo wordt beschouwd, en in hoge mate gerespecteerd.
Onlangs sprak ik de toxicoloog van de NCV, Ronald van Welie over deze kwestie van veiligheid versus onveiligheid en angst voor stoffen. Hij is stellig van mening dat de huidige, moderne cosmetica veilig is. Sterker nog: volgens hem is geen wetgeving zo streng als die in Europa. Maar hij geeft mensen die hun onderbuikgevoel laten spreken geen ongelijk. ‘Als consument moet je nooit doen waar je je niet goed bij voelt. Maar het wil niet zeggen dat het ook zo is, dat in dit geval die cosmetica niet veilig is. Het is je goed recht om je eigen koers te varen, daarom zijn er ook zoveel keuzemogelijkheden. Als je je niet goed voelt bij product A, dan koop je toch product B? Dat brengt rust in je leven. Vergeet ook niet: er is niets wat vaststaat in deze wereld, wetenschap is niet statisch, er komen altijd weer nieuwe inzichten, vandaar ook deze nieuwe wetgevingsaanpassing.’
Zelfregulering vanzelfsprekend
Uit mijn gesprek met hem bleek ook dat in deze industrie vrijwel alles om zelfregulering gaat. Zo is het bij de reclameclaims – claims worden pas aangepast als het volk gaat klagen bij de Reclame Code Commissie – en zo blijkt het dus ook op formuleringsniveau en stofgebruik te zijn. Pas onder druk van overheden, die op hun beurt weer onder druk worden gezet door protestbewegingen in de samenleving, wordt wetgeving aangepast ten faveure van een eerlijker boodschap en ‘veiliger’ producten.
Definities van veiligheid
Eerlijk gezegd verbaas ik me hier al vele jaren over, en dat gevoel groeide toen discussies rond nanotechnologie in cosmetica ontstonden. Hoe kan het zijn dat iets wat je dagelijks op je grootste, levende orgaan smeert, zo weinig vooraf opgelegde controle kent? Kijk naar voeding, en naar OTC- producten, daarvoor is de wetgeving is veel strenger (en voor voeding nog zeker niet strikt genoeg wat mij betreft). Omdat je dat in je mond stopt, of omdat je in geval van OTC gezondheid ermee gemoeid is. Maar in hoeverre schuurt het cosmeticagebruik tegen gezondheid aan? Gezondheid van de huid, je grootste orgaan immers? Altijd heb ik te horen gekregen dat en nu nog steeds, cosmetica veilig is, en dat geloof ik tot op zekere hoogte absoluut, anders was de helft van de mensheid al dood neergevallen, maar de argumenten waren altijd: cosmetica dringt niet door de huid heen, en ach, je snapt toch zelf wel dat het veroudering niet tegengaat, gebruik je gezonde verstand!
Onderzoek RIVM naar huidklachten
Bovendien, wat zijn criteria van veiligheid? Die gaan inderdaad ook acuut gevaarlijke situaties, zoals vergiftiging, kankerverwekkende eigenschappen, maar niet over sluimerende chronische condities die kunnen optreden – te ingewikkeld, vooralsnog, en bovendien: nauwelijks onderzocht. Lees mijn interview nog eens met huidexperts hierover. Jammer genoeg blijft het in dit gesprek ook op een niveau van speculaties hangen, bewijzen ontbreken, onderbuik gevoel regeert. Van Welie voegt toe: ‘ Ontzettend veel stoffen die de mens tot zich neemt hebben een hormoonachtige werking, kijk ook maar eens naar voeding. Het gaat om de verhoudingen, je krijgt via voeding dagelijks hiervan heel wat meer binnen dan via cosmetica. Daarnaast adviseer ik artsen die dit soort zaken signaleren, vooral om contact met mij op te nemen. We horen de boodschappen uit de medische hoek graag. Uit recent onderzoek van het RIVM over irritaties door cosmetica, leeft dit helemaal niet zo onder consumenten. De huidklachten die binnenkwamen gingen vooral over zonnebrandproducten en huidgevoeligheid en irritaties door mascaraproducten.’
Gegronde of ongegronde angst
Hier zit de paradox: gebruik je gezonde verstand, dan weet je dat je die claims met een korrel zou moet nemen, maar zeg, steeds meer mensen gebruiken hun gezonde verstand, daarbij de hoop op minder veroudering wel levend houdende, maar zich kerende tegen al die ongrijpbare stoffen die erin zitten waarvan je bang bent op voorhand dat je er ziek van zou kunnen worden. Ik heb me er altijd over verbaasd dat deze zo machtige, grote industrie zo weinig standpunt inneemt, zo ontzettend autonoom kan opereren. Wil de consument iets voor elkaar krijgen, dan moeten overheden eerst daartoe in beweging gezet worden. Het zal er absoluut mee samenhangen dat er natuurlijk veel gebakken lucht verkocht wordt in deze industrie, waardoor het kat- en muisspel een noodzakelijke is. Anderzijds is er natuurlijk veel geld mee gemoeid. De industrie wil geen schadeclaims, en grote bedrijven hebben stricte juridische afdelingen die echt wel in de gaten houden wat toelaatbaar is. Neemt niet weg dat de industrie wel telkens de grenzen van het toelaatbare opzoekt, wat ook weer spanning creëert. Zo blijft alles ongrijpbaar, waardoor deze industrie altijd een prooi is van sceptici, zowel in de media als onder consumenten. Wat ik mij ook afvraag: eten al die mensen die tegenwoordig bang zijn voor het bekende stoffenlijstje ook alleen nog biologisch geproduceerd voedsel? Dat zou je namelijk wel denken.
Ik blijf me verbazen.
Lees ook:
- Merken communiceren vooral wat er NIET in het potje zit
- Parabeen-vrij, bevestig je daarmee niet juist de angst ervoor?
- Noorse app vertelt welke cosmetica hormoonverstorend is
- Nieuwe EU resolutie voor veiliger babycosmetica
- Leveren moderne cosmetica meer huidklachten op? Onderzoek van RIVM
- Voor- en nadelen van vermelding nanotechnologie op verpakking
- Cosmetica is een woordspel
- Siliconen, zijn ze slecht of niet?
- Geniaal filmpje: de rol van de formuleerder in het cosmetica bedrijf