Het was een kleine maar fijne presentatie in Hotel L’Europe in Amsterdam, waar niet alleen Robert (wat was je timide!), maar ook zijn producent van de creme aanwezig was, het bedrijf Sopradal uit Belgie. Helaas moest de chemicus die het product gemaakt had verstek laten gaan, Elzbieta Brand-Garnys – maar ik vond het zeer leuk te horen dat er nu eens vooral Nederlanders aan een cosmeticaproduct gewerkt hadden, je hoort het (nog veel) te weinig.
Perfect Age cream is gemaakt om de huid te herstellen na een ingreep en littekenvorming zoveel mogelijk voorkomt. Wie begrijpt hoe de huid werkt, zal er niet van op kijken dat dit product net zo goed tegen rimpelvorming werkt. Het is erop afgesteld om de algehele huidconditie goed te houden. Het geheim ligt bij zg. reparatie-enzymen, die in werking treden als de huid beschadigd is en dus hersteld moet worden. Deze enzymen kunnen het niet alleen, ze hebben hulp nodig van zg. co-factoren. De belangrijkste co-factoren zijn vitaminen, flavonoiden en sporenelementen. Als deze co-factoren niet involdoende mate in de huid aanwezig zijn, kan dit het reparatiemechanisme van de huid nadelig beinvloeden. Het ouder worden heeft er ook invloed op. In Perfect Age zijn de belangrijkste co-factoren opgenomen en een daarvan is foliumzuur, ofwel vitamine B11. Nu neemt de huid foliumzuur niet makkelijk op, maar daar heeft de chemicus iets op gevonden.
Hieronder tref je een (technisch) Q&A met de chemicus over de werking van dit product:
1. De creme werkt zowel tegen littekens als rimpels? Hoe kan dat?
Littekens ontstaan bij genezing van een wond, zowel op de huid als in het lichaam. Eigenlijk is de continuïteit van de huid, de spier of het orgaan verbroken, en wordt dat zo goed mogelijk hersteld door de vorming van bindweefsel, noem het maar een soort lijm. Dat bindweefsel moet de verbinding vormen tussen de gescheiden delen van de huid en het orgaan. Vergelijk het maar met een gebroken spiegel: als die heel netjes wordt gelijmd, dan is er van de breuk weinig te zien; kunstherstellers kunnen het zelfs vrijwel onzichtbaar maken. Als het glas slecht wordt gelijmd, dan zal het resultaat lelijk zijn, en hinderlijk zichtbaar. Zo is het ook met een litteken, dat op de huid altijd zichtbaar zal zijn. Dat is helaas een feit, en dat is vooral voor patiënten van ernstige brandwonden vaak heel erg frustrerend. Het is dus van belang dat bij de reparatie van een artefact, bijvoorbeeld een snijwond of een operatiewond, de wondranden zo goed mogelijk tegen elkaar worden gelegd om de vorming van littekenweefsel zoveel mogelijk te voorkomen. Een goede behandeling van de wond is erg belangrijk om later niet geconfronteerd te worden met irreversibele verminkingen. Een randvoorwaarde moet een zo goed mogelijke reparatie van de wond zijn. Als dat inderdaad is gebeurd, dan is de tweede randvoorwaarde om bindweefselvorming zo veel mogelijk te beperken, en eigenlijk hoort dat bindweefsel er helemaal niet te zijn (het was er voor het ontstaan van de wond ook niet !). We kunnen de vorming van bindweefsel sterk minimaliseren door de gereedschappen beschikbaar te maken om zo snel mogelijk nieuwe huidcellen aan te maken, die de rol van het bindweefsel overnemen. Als het litteken nog vers is, dan gaat dat nog redelijk wel. Naarmate het litteken ouder wordt, zal de textuur van het bindweefsel steeds massiever wordt. Perfect Age bevat deze gereedschappen, en zijn zodanig ingebouwd, dat ze inderdaad daar kunnen komen waar ze nodig zijn (bio-beschikbaargheid en goed transdermaal transport), hetgeen overigens moeilijker wordt naarmate de huid ouder wordt. Bij jonge kinderen blijken littekens na verloop van tijd vaak vrijwel onzichtbaar te worden; de activa zijn nog uitstekend beschikbaar en transportmechanismen van de activa zijn bij jonge kinderen nog steeds op volle oorlogssterkte.
Als we over huidveroudering praten, dan praten we principieel over een heel ander mechanisme. De huid is het grootste orgaan van ons lichaam, en heeft een aantal functies zoals temperatuurscontrole, het bieden van bescherming, maar ook als uitwisselingsorgaan van kleine moleculen. Met name dat laatste thema is belangrijk, omdat we via de huid stoffen uit onze omgeving kunnen opnemen of stoffen kunnen afstaan. Daarbij spelen de membranen in de huid een belangrijke rol. Die membranen zijn opgebouwd uit fosfolipiden, complexe chemische producten, waaraan (meervoudig) onverzadigde vetzuren zijn vastgeplakt. Naarmate het lichaam, en dus ook de huid, veroudert, zullen die membranen meer en meer beschadigen door oxidatie, en voor regeneratie van die membranen is “onvoldoende budget” beschikbaar. Daardoor krijgen specifieke enzymen steeds meer kans, zoals collagenases (enzymen, die collageen afbreken), elastases (enzymen die elastine afbreken), hyaluronidases (enzymen, die hyaluronzuur afbreken), etc.
Ook zal de waterhuishouding meer en meer verstoord raken omdat de osmoliet huishouding steeds slechter wordt. Daardoor zal een beschermingsmechanisme worden opgebouwd, waardoor waterverlies via de huid wordt geminimaliseerd. De huid krijgt steeds meer een leerachtig karakter. Om dit proces te controleren moeten we dus ervoor zorgen, dat (1) de “ases”, enzymen die iets afbreken, worden afgeremd, (2) voortgaande beschadiging van de membranen (met name door oxidatie van de vetzure brokstukken, zoals die zijn ingebouwd in de fosfolipiden, worden afgeremd en (3) de waterhuishouding op niveau wordt gebracht. Met name dat laatste zorgt nogal eens voor verwarring: vaak worden oneigenlijke claims gebruikt zoals “moisturising”. Als je dan de samenstelling van dit soort crèmes bekijkt, dan blijkt de werking te berusten (a) op het zacht maken van de dode cellen van het stratum corneum door ze met een vetstof te behandelen of (b) het inbrengen in de huid van waterbindende componenten. In het eerste geval gebeurt er dus netto niets, en in het tweede geval is de waterbinding volledig ongecontroleerd: wie bepaalt hoeveel water een specifieke cel nodig heeft ?? Wij in ieder geval niet, en zeker ook Unilever, L’Oreal, Beiersdorf, Avon, P&G, etc., niet ! Te weinig of te veel water in een cel kan leiden tot denaturatie van de proteïnen en enzymen die in de cel bitter hard nodig zijn. Alleen osmolieten kunnen het watergehalte van een specifieke cel instellen, en die hebben we dan ook aanwezig in die cellen: osmolieten zijn chemische producten, die op cellulair geprogrammeerde wijze het watergehalte instellen.
2. Hoe werkt het precies met die co-factoren?
Wel, dat kunnen metaalionen zijn, zoals magnesium, ijzer, chroom, cobalt, seleen, maar ook vitamines. Voor de aanmaak van nieuwe cellen zijn vier vitamines erg belangrijk: vitamine B5 (pantotheenzuur), vitamine B6 (pyridoxine), vitamine B11 (foliumzuur, ook wel vitamine B7 genoemd) en vitamine B12 (cyanocobalamine). Met behulp van deze cofactoren kunnen de enzymen aan het werk gaan en een nieuwe cel in elkaar metselen.
Deze voorstelling van zaken is overigens wel iets te simpel weergegeven: in de praktijk spelen letterlijk duizenden chemische processen (alles is chemie !) een rol. Overigens, we kunnen de activiteit van enzymen ook afremmen (zoals de eerder genoemde “ases”), en dat kan met behulp van plantenkleurstoffen (flavonoïden). Die vertonen een soortgelijke interactie met enzymen als vitamines, en worden door het enzym geaccepteerd als cofactor. Echter, het enzym wordt niet geactiveerd zoals bij vitamines, maar blijft inactief. De cel “denkt”, dat het enzym in actie is, en heeft geen reden om een nieuw enzym molecuul te synthetiseren. Kortom, een ongewenste chemische reactie (zoals de afbraak van collageen of elastine) wordt niet meer uitgevoerd.
Dan moet het duidelijk zijn, dat vitamines een belangrijke rol spelen bij de reparatie van littekens: er moeten immers nieuwe, gezonde cellen worden gemaakt, en graag zo snel mogelijk, voordat het bindweefsel gaat verharden.
3. Hoe kunnen jullie garanderen dat de werkzame stoffen ook nog echt op de huid actief zijn?
Waar het betreft de bio-beschikbaarheid van vitamine B5 (toegediend als provitamine B5), vitamine B6 en vitamine B12: da’s eigenlijk nooit een probleem, omdat deze goed in water oplosbaar zijn. De bio-beschikbaarheid zou dus goed moeten zijn. Dat betekent echter niet, dat zo’n product onderworpen zou zijn aan transdermaal transport. Dat transdermaal transport moet echter wel voldoende snel kunnen gebeuren. En dat kun je heel leuk testen met een zogenaamde Franz diffusiecel; in simpele woorden kun je zeggen dat dit apparaat is opgebouwd uit twee op elkaar geplaatste glazen bekers, van elkaar gescheiden door een membraam. Dat membraam is doorgaans kunsthuid, varkenshuid of menselijke huid (die laatste is natuurlijk sterk beperkt). Vervolgens wordt het te meten product in de ene beker geplaatst, en wordt gemeten hoeveel van de te bepalen stof/stoffen in de opvangbeker terecht komen. De Franz diffusiecel wordt heel veel gebruikt bij de ontwikkeling van farmaceutische producten om te onderzoeken of transdermaal transport mogelijk is en geoptimaliseerd voor gebruik. Denk bijvoorbeeld aan de transdermale patches (“pleisters”) voor pijnbestrijding (morfine, diclofenac, ibuprofen pleisters), anti-conceptiemiddelen, nicotine, enz. Ook sphingosine Kan op deze transdermaal worden toegepast om de vorming van littekens te minimaliseren (zie bijvoorbeeld http://hmg.oxfordjournals.org/cgi/content/abstract/17/15/2257).
Op deze wijze testen wij ook het transdermaal transport. En dan blijkt onmiddellijk dat transdermaal transport van foliumzuur helemaal niet zo makkelijk is. Immers, de oplosbaarheid van synthetisch foliumzuur is zodanig beperkend, dat het moeilijk is om synthetisch foliumzuur bio-beschikbaar te maken; dat heeft veel experimenten gekost. Daarnaast is het zo, dat gelijktijdig ook de sensorische eigenschappen beheerst moeten worden. Immers, voor een cosmetica product, hoe functioneel ook, ook aangenaam moet zijn. En dat is nu eigenlijk ook de mystiek van Perfect Age, want daar zit nu net het geheim van de receptuur.
4. Er zitten geen parabenen in (synth.conserveringsmiddel). Is dat bewust gedaan?
Er is inderdaad geen gebruik gemaakt van parabenen (of enigerlei andere door de Wetgever aangemerkte conserveringsmiddelen). Het product is uiteraard wel microbiologisch beschermd, dat wil zeggen dat de groei van micro-organismen (bacteriën, schimmels en gisten) wordt afgeremd. Laat het geen twijfel geven: wij zijn bepaald niet tegen parabenen, maar de markt reageert er negatief op. Diverse organisaties als Milieudefensie, Natuur en Milieu en Greenpeace hebben gehoord dat parabenen borstkanker zouden veroorzaken. De publicatie van Mevr.Darbre, waarin dit werd gemeld, zag in 2004 het licht, en dat was voor deze clubs reden om daar meer ruchtbaarheid aan te geven. Al spoedig bleek, dat het onderzoek van Mevr.Darbre aan alle kanten rammelde, biopties waren verwisseld, en dat de statistische onderbouwing totaal niet klopte. Een jaar later heeft Mevr.Darbre in een vervolgpublicatie haar eerdere conclusies teruggenomen, maar toen was het bericht al verspreid. De markt had geleerd, dat parabenen kankerverwekkend zijn, ofschoon onjuist, en producten met parabenen worden door diezelfde markt steeds meer afgewezen. Ook de meldingen van de SCCP (Scientific Committee for Consumer Products van de EU), een wel heel erg zware commissie van wetenschappers, heeft aangegeven, dat parabenen geen bezwaren kennen, en zeker geen borstkanker veroorzaken.
Perfect Age ( v.a. 69 euro) is te koop bij oa De Bijenkorf, ICI Paris en Douglas, inmiddels is er ook een oogcreme (49 euro) verschenen.
Note: Ik heb de creme natuurlijk zelf ook gebruikt, maar ik vind de substantie voor mijn gezicht te vet (mijn huid is vochtarm en op plekken gecombineerd). Ook zitten er teveel glimmertjes in, waardoor er onnodig veel glans is. Voor mijn decollete gebruik ik hem nog steeds. Het houdt de huid zacht en soepel en geeft een mooi veerkrachtig huidaspect.