Hoe wordt cosmetica gereguleerd in de EU?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moeten we beginnen met een lesje internationaal staatsrecht. Binnen de Europese Unie wordt wet- en regelgeving opgesteld door de Europese Commissie. Deze Commissie bestaat uit 28 leden, die elk zijn gedelegeerd door een van de 28 lidstaten. Over het algemeen zijn dit succesvolle politici met een lange politieke loopbaan achter zich. Deze 28 commissieleden hebben een staf van ongeveer 23.000 ambtenaren die zich bezighouden met het opstellen van wet- en regelgeving op allerlei gebieden, waaronder cosmetica.
Ad hoc besluiten
De Europese Commissie heeft echter ook de bevoegdheid om ad hoc besluiten uit te vaardigen, die bestaande wet- en regelgeving overrulen. Een recent voorbeeld is de wijziging van de regelgeving aangaande methylisothiazolinone, waarbij het besluit de eerdere regelgeving heeft aangescherpt. Dit betekent dit dat je nooit helemaal zeker kunt zijn of de tekst van regelgeving up to date is, wanneer je niet ook de besluiten napluist.
Geen speciale cosmetica afdeling
Wat de Europese Commissie natuurlijk niet tot zijn beschikking heeft, is een aparte afdeling met cosmetica experts. De wet- en regelgeving wordt immers opgesteld door ambtenaren. En dus zijn ze afhankelijk van advies door experts. In de praktijk zijn dit vooral experts van de grote cosmeticamerken en –fabrikanten. De kleinere spelers komen nauwelijks aan het woord.
Scientific Committee for Cosmetic Safety
De Europese Commissie kan ook een beroep doen op de Scientific Committee for Cosmetic Safety (SCCS), die voornamelijk bestaat uit academici, medici en algemene wetenschappers. Het gaat dan vooral om de veiligheid van producten.
Transparantie
Het hele proces is vrij transparant. Besluiten worden goed onderbouwd en zijn altijd online na te lezen. Adviezen van de SCCS staan boordevol details en onderzoekers worden met naam en toenaam genoemd. Je hebt wel de nodige achtergrondkennis over cosmetica nodig om deze documenten te kunnen doorgronden.
Wat wordt er eigenlijk geregeld?
Een van de regels is dat je jezelf niet hoeft te registreren om een cosmeticaproduct op de markt te zetten. Wel moet het product zelf worden geregistreerd bij de Cosmetic Product Notification Portal, een soort gigantische database. Het registreren van een product in deze database is niet erg ingewikkeld en bovendien kosteloos. Hetgeen betekent dat het bijhouden van de database uiteindelijk door de belastingbetaler binnen de EU wordt bekostigd. Het hoofddoel van deze database is om – in het geval van vergiftiging – snel toegang te hebben tot de ingrediënten van een product. We zijn benieuwd hoe vaak de database om deze reden al is geraadpleegd…
Maar dit is niet de enige informatie die de Europese Commissie verzamelt. Er is een verplichting om de Commissie te informeren bij nadelige effecten en bijwerkingen van cosmetica. In de farmaceutische industrie bestaat deze verplichting al veel langer, voor cosmetica is de verplichting in 2013 ingesteld.
Verboden ingrediënten
De Europese Unie heeft een vrij lange lijst met verboden ingrediënten voor cosmetica. Dit neemt waarschijnlijk het grootste deel van de regelgeving in beslag. Veel van de verboden ingrediënten op deze lijst spreken voor zich en er is geen fabrikant die het in zijn hoofd haalt dit toe te voegen aan een cosmetica product.
Gecontroleerde ingrediënten
Naast verboden ingrediënten, is er ook nog een lijst met gecontroleerde ingrediënten. Deze mag je alleen in een bepaalde hoeveelheid toepassen, of in bepaalde producten. Denk dan vooral aan conserveermiddelen en kleurstoffen.
Veiligheid van cosmetica
Veiligheid valt in hoofdlijnen op twee manier te waarborgen: ofwel je schrijft de procedures voor het produceren van cosmetica op strikte wijze voor, ofwel je laat iemand met verstand van kennis het eindproduct beoordelen, voordat het wordt gelanceerd. De Europese Commissie hanteert een combinatie hiervan.
In de beginperiode was de regelgeving hier nog vrij vaag over. De beoordeling van de veiligheid van een product werd overgelaten aan een ‘gekwalificeerd persoon’. Hiermee lag de bewijslast voor het aantonen of iemand daadwerkelijk gekwalificeerd was vooral bij de fabrikanten. Inmiddels zijn de regels gewijzigd en worden er criteria voorgeschreven waaraan het onderzoek en de onderzoeker moeten voldoen. Het is trouwens de vraag of dit goed of slecht is. De criteria zijn vrij algemeen en elke scheikundige kan hier eenvoudig aan voldoen. Zou het niet beter zijn wanneer cosmeticafabrikanten hun beste productspecialist met kennis van zaken inzetten (… zoals in het verleden meestal gebeurde)?
Wat zien we in de praktijk terug van deze wet- en regelgeving?
De verschillende Europse lidstaten implementeren de wet- en regelgeving elk op hun eigen manier. De lidstaten hebben een zogenaamde resultaatverplichting, waarbij het resultaat – zoals beschreven in de Europese documenten – op nationaal niveau moet worden bereikt. Dit laat ruimte over voor nationale interpretatieverschillen en verschillen in uitwerking.
Een goed voorbeeld zijn de huidblekende producten met hydroquinone. De meeste experts zijn het er wel over eens dat de EU-regelgeving toepassing van hydroquinone alleen toestaat in haarverf en kunstnagels, en in die gevallen in een dosering van niet meer dan 0,3%. Maar wanneer je kijkt naar hoe de bepaling is opgeschreven, zou je ook kunnen denken dat de limiet van 0,3% alleen van toepassing is op haarverf en kunstnagels, en dat er dus geen limiet is voor overige producten. Het zal dan ook niet als een verrassing komen dat sommige cosmeticafabrikanten deze maas in de wet meteen hebben aangegrepen en een skincare product lanceerden met een veel hogere dosis.
Betekent dit dat cosmetica gevaarlijk is?
Om te beginnen wordt cosmetica vooral toegepast op huid en haar. Dit zijn niet de meest kwetsbare onderdelen van het lichaam. Een gave huid heeft een goede barrière om schadelijke stoffen te weren. Producten die rondom de mond worden toegepast – zoals lipstick en lippenbalsem – worden vaak in een zeer kleine hoeveelheid gebruikt, zodat zij ook weinig kwaad kunnen doen. Dat is al een geruststelling.
Maar een veel grotere geruststelling is natuurlijk het feit dat cosmeticafabrikanten er alles aan zullen doen om hun reputatie niet op het spel te zetten. Ze hebben er niets aan wanneer ze de ene dag een nieuw product lanceren, dat de volgende dag wordt teruggeroepen omdat het onveilig is. Daar heb je geen wetgeving voor nodig.
Blijf wel op je hoede!
Veiligheidsrisico’s zien we vooral bij bedrijven die op kleine schaal producten maken, puur en alleen om geld te verdienen. Vaak worden deze producten op een dusdanige manier gedistribueerd dat het lastig is om de fabrikant op te sporen. Denk aan vage websites, onduidelijke mailadressen en het ontbreken van een klantenservice.
Een ander veiligheidsrisico bestaat uit de imitatieproducten van de grote merken, zoals Chanel en Dior. Hier is vervuiling van de producten een groot probleem; er zijn zelfs rattenuitwerpselen gevonden in imitatieproducten. Natuurlijk stopt geen enkele fabrikant met opzet zoiets in zijn product, maar het kan wel zijn dat sommige fabrikanten het niet zo nauw nemen met de hygiëne voorschriften en de kantjes eraf lopen. En dat is iets dat we vooral zijn bij fabrikanten die op zoek zijn naar het snelle geld. De Europese cosmetica wet- en regelgeving geeft handhavers een middel om dergelijke praktijken aan te pakken. Maar de kans is groot dat zwendelaars tegelijkertijd andere wetgeving overtreden, waarop ze ook gepakt kunnen worden.
Botttom-line
Over het algemeen is cosmetica veilig. Zeker de producten van de grote fabrikanten die je via de reguliere kanalen koopt. Mensen met kwade bedoelingen zullen er altijd zijn en dat los je ook niet op met regels.