Sommigen vinden het de verlossing in cosmetica, anderen laat het geheel koud. Natuurlijke cosmetica.  Zijn natuurlijke cosmetica nu beter of niet? Deze vraag is eigenlijk net zo onzinnig als “Rijdt een rode auto harder?” Harder dan wat, een blauwe auto, een slak of een vliegtuig? OK, de vraag moet dan misschien beter gesteld worden. Zijn […]

05:45 - 03:27
luistertijd 05:45 - leestijd 03:27

Sommigen vinden het de verlossing in cosmetica, anderen laat het geheel koud. Natuurlijke cosmetica.  Zijn natuurlijke cosmetica nu beter of niet? Deze vraag is eigenlijk net zo onzinnig als “Rijdt een rode auto harder?” Harder dan wat, een blauwe auto, een slak of een vliegtuig?

OK, de vraag moet dan misschien beter gesteld worden. Zijn natuurlijke cosmetica nu beter of niet dan cosmetica gemaakt van synthetische stoffen, maar zelfs dan is de vraag te vaag. Nu we weten dat we auto’s met auto’s vergelijken weten we nog steeds niet welk automerk, en dat is misschien wel belangrijker dan de kleur. En dan nemen we nog maar aan dat er voldoende benzine in zit en Michael Schuhmacher achter het stuur en niet mijn bejaarde vader met steunkousen en gleufhoed….

Dit is natuurlijk het probleem: er zijn natuurlijke stoffen die levensgevaarlijk zijn. Er zijn natuurlijke stoffen die een prachtige werking hebben in de reageerbuis maar die nooit de huid zullen binnengaan om hun werking daar te kunnen uitoefenen, en er zijn natuurlijke stoffen die uitstekend hun werk zouden kunnen doen in cosmetica mits ze goed geformuleerd zijn. Geen twee auto’s zijn aan elkaar gelijk en ook niet twee natuurlijke grondstoffen of zelfs maar twee grondstoffen.

“Omdat het natuurlijke stoffen zijn. Daarom zijn ze beter.”

Maar dit deert de aanhangers van het natuurlijke geloof niet. Alles wat natuurlijk is vinden ze beter. Laatst gaf ik een cursus in Bangkok over oppervlakte-actieve stoffen (ook wel surfactants genoemd). Een dame komt in de pauze op mij af en vraagt mij of alles wat ik net gezegd heb ook voor natuurlijke surfactants geldt. “Natuurlijk”, antwoord ik heel spitsvondig, maar ze dacht zelf van niet. Waarom dan niet, was mijn vraag. Het antwoord was verbijsterend (voor mij tenminste): “Omdat het natuurlijke stoffen zijn. Daarom zijn ze beter.” Dit was verbijsterend voor mij omdat goed of slecht niets te maken had met het besproken onderwerp (ik zag de link dus in de verste verte niet) en ten tweede omdat niet alle natuurlijke stoffen goed zijn, laat staan beter. Ik gaf strychnine en digoxine als voorbeelden van twee behoorlijk toxische stofjes die in het plantenrijk voorkomen. Verveeld keek de dame mij aan. “Maar daar heb ik het helemaal niet over, ik bedoel natuurlijke surfactants, wat vindt u daarvan?”

“Ja, deze bestaan”, was mijn antwoord. “Ja, en ze zijn beter”, antwoordde de dame. “En waarom dan wel?”, was mijn volgende vraag. “Omdat ze natuurlijk zijn”, was het antwoord. Hiermee zijn we bij het grote probleem van natuurlijke stoffen in cosmetica aangekomen. Ze zijn beter omdat ze beter zijn, hetgeen ik hiermee net bewezen heb. Een bewijs als “God bestaat omdat hij bestaat”. Maar er zit toch een verschil tussen natuurlijke stoffen en religie. De onveiligheid van natuurlijke stoffen kun je in sommige gevallen aantonen (de veiligheid niet want dat is de afwezigheid van onveiligheid, en je kunt nu eenmaal niet aantonen wat er niet is), maar het bestaan of het niet-bestaan van een God kun je niet aantonen. Daarom heet het geloven. Een wezenlijk kenmerk van religie is dat je het niet kunt bewijzen maar moet geloven. En Nederlanders geloven massaal niet meer. Zij willen bewijs zien, tenzij we over natuurlijke cosmetica praten.

Want zij behoren tot de ware gelovigen. Zij behoeven geen bewijs….

Bij wat ik natuurreligie zou willen noemen is het niet veel beter. Voor velen vandaag de dag is natuurlijk altijd beter, terwijl het bewijs dat dit niet altijd zo is op straat voor het oprapen ligt. Zoals die dame het in Bangkok verwoordde: “Het feit dat alle grote cosmeticabedrijven overstappen op natuurlijke ingrediënten is het beste bewijs dat deze producten beter zijn”. “Nee”, antwoordde ik, “dat is slimme marketing!” Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat de gebruikte natuurlijke ingrediënten in deze producten onveilig zouden zijn, of dat er niet bijzonder mooie actieve ingrediënten uit de natuur te halen zijn. Vooral hiermee doorgaan. Maar het cosmetische geloof in natuurlijke cosmetica van de consument begint me zo langzamerhand als cosmetisch wetenschapper wel een beetje te irriteren. Waarom moet ik alles bewijzen bij een ‘normaal’ cosmetisch product (goede zaak overigens, blijf vooral vragen stellen), maar als het een natuurlijk product is hoeft de klant niets meer te weten. Dan weten ze het bij voorbaat al. Dan weten ze het bij voorbaat al zeker. Want zij behoren tot de ware gelovigen. Zij behoeven geen bewijs….

Gelukkig zijn er ook vele mensen die nog normaal nadenken over de gemaakte claims. Ondertussen is de natuurreligie zover doorgeslagen dat deze producenten niet eens meer iets hoeft te claimen, anders dan dat het natuurlijk is. En die claim is dan natuurlijk terecht. Ze claimen helemaal niet dat het product beter is. Dat vult de (goed)gelovige klant  zelf wel in. “Het is een rode auto….” Dan weten zij genoeg. Met steunkousen en gleufhoed schuren ze zonder benzine over de Brennerpas, met hun dertig tonnen natuurlijke producten, ver van de waarheid maar in hun sas….

Johann Wiechers

Note: Prof. Johann Wiechers is in 2011 overleden. Wij waarderen zijn werk enorm en daarom hebben we besloten om zijn bijdragen aan BeautyJournaal online te laten staan, en regelmatig onder de aandacht te blijven brengen.

Lees ook