Johann Wiechers laat ons weten: ‘De vraag is te algemeen. Voor enkele stoffen zal dit inderdaad zo zijn (de hydrofiele of water-oplosbare stoffen)  maar voor andere stoffen weer niet (de lipofiele oftewel vet-oplosbare stoffen). Maar voor de uiteindelijke werkzaamheid maakt dit niets uit, want deze ‘extra barrière’ is echter nooit de beperkende stap. Wat ik hiermee […]

01:13 - 00:43
luistertijd 01:13 - leestijd 00:43

Johann Wiechers laat ons weten:

‘De vraag is te algemeen. Voor enkele stoffen zal dit inderdaad zo zijn (de hydrofiele of water-oplosbare stoffen)  maar voor andere stoffen weer niet (de lipofiele oftewel vet-oplosbare stoffen). Maar voor de uiteindelijke werkzaamheid maakt dit niets uit, want deze ‘extra barrière’ is echter nooit de beperkende stap.

Wat ik hiermee bedoel te zeggen is dat de extra barriere die door het talg wordt gevormd nooit zo’n goede en efficiënte barrière is (en kan zijn) als de huid zelf. Dus je kunt je nu wel gaan druk maken over een zeer klein oponthoud bij het talg terwijl er een heel groot oponthoud van het stratum corneum achteraan komt. De huid is namelijk van zichzelf behoorlijk ondoorlaatbaar. Je kunt de stelling vergelijken met ‘ik hoef me niet druk te maken over die verkeerslichten die me de snelweg doen laten oprijden (de zogenaamde invoeglichten) terwijl er een 100 km file op de snelweg staat’. Dan is de snelheid van de invoeglichten niet belangrijk meer.’

Lees ook