….en waarom het coaten van minerale filters zo belangrijk is…

08:16 - 04:57
luistertijd 08:16 - leestijd 04:57

Jahoor, het is weer zover, het is zomer en in de media duiken weer verhalen op over de veiligheid van zonnefilters, over huidkanker en over het al dan niet gebruiken van zonnefilters. Het is elk jaar hetzelfde liedje, en ook elk jaar besteden wij er aandacht aan. We kunnen niet anders.

Angst en onwetendheid, chemie is ingewikkeld

Vorig jaar was het topic ‘de angst voor UV-filters, want ze zouden wel eens juist huidkanker kunnen veroorzaken’. Het jaar ervoor ging het om de uitwerking van zonnefilters op onze gezondheid en het milieu. Beide onderwerpen zijn interessant en dragen een kern van waarheid in zich. Lees dit artikel van mijn hand er nog maar eens over.

Verschil tussen fysische en synthetische (chemische) filters

Dit jaar lezen we dat er vooral veel verwarring is tussen de verschillende soorten UV-filters en ook dat is een ongoing proces – we lijken het maar niet te leren. Ik leg het nog even kort uit: we hebben fysische, ofwel minerale filters die het licht reflecteren, zoals titaniumdioxide en zinkoxide. En we synthetische filters, in volksmond chemische filters genoemd. Deze absorberen het licht en vallen daarna uiteen.

Filters die uiteenvallen na lichtabsorptie

Minerale filters zijn stabiel, maar hadden altijd de makke dat ze een witte waas achterlieten. Tegenwoordig kunnen de deeltjes zo klein gemaakt worden, dat dat niet meer zo is. Chemische filters waren tot vijftien jaar geleden nog niet erg stabiel. Ze vielen te snel uiteen waardoor de beschermende werking snel afnam. Tegenwoordig zijn er behoorlijk stabiele filters waaronder Mexoryl bij merken als Garnier (en alle zonneproducten die bij het L’Oreal concern vandaan komen), en we hebben Tinosorb van BASF, dat onder meer in producten van Nivea en Eucerin gebruikt wordt, en ook in de nieuwste SPF50 Drops van Prescription.

Van allergie tot hormoonverstoring

Dan is er nog een riedel UV-stoffen die goed werkt, maar onder de loep ligt vanwege bijwerkingen: denk aan allergische reacties, aan hormoonverstorende eigenschappen en aan slechte uitwerking op het oceaanleven. Lees hier ons uitgebreide overzicht.

MIxen van filters lijkt sterk, maar kent valkuilen

Om tot een zo optimaal mogelijke bescherming van de huid te komen, worden zonnefilters ook vaak gemixt. Onlangs werden wij op een onderzoek geattendeerd uit 2021 waaruit blijkt dat het mengen van bijvoorbeeld zinkoxide met een aantal chemische zonnefilters leidt tot een verminderde werkzaamheid van juist die chemische filters. Wat is hier aan de hand?

We kijken niet naar veiligheid van cocktails, alleen naar die van individuele stoffen

Als we kijken naar de veiligheid en effectiviteit van ingrediënten van zonneproducten, kijken we eigenlijk altijd alleen maar naar de effectiviteit en veiligheid van de individuele stoffen: oxybenzone is slecht voor het milieu en sloopt koraalriffen, avobenzone is erg effectief maar zorgt nog wel eens voor allergische reacties, octisalate is goed maar beschermt alleen tegen UV-B, mineralen zijn veilig en goed. Enzovoort.

Wat is een veilige cocktail

Waar echter nauwelijks naar gekeken wordt is naar de effectiviteit en de veiligheid de cocktail van ingrediënten: hoe effectief en veilig zijn al die stofjes als ze worden gemengd en samen worden gebruikt? Hoe beïnvloeden ze elkaar? Dat is belangrijk omdat vrijwel alle commerciële zonneproducten een mix van beschermende ingrediënten bevatten.

Waar dit onderzoek over?

In een groot onderzoek van wetenschappers van de University of Oregon, de Oregon State University en de University of Leeds, werd wel gekeken naar de veiligheid en effectiviteit van die mixen. En dan met name hoe stabiel, en dus werkzaam en veilig, zo’n cocktail van UV-filters blijft onder invloed van UV-straling. En dat leverde minder goed nieuws over zinkoxide op. 

Zo gingen de onderzoekers te werk   

De onderzoekers maakten vijf verschillende UV-filters met elk een SPF 15. Ze maakten daarbij gebruik van ingrediënten die zijn goedgekeurd in Europa of in de VS. De vijf mengsels komen overeen met mengsels die worden gebruikt in gangbare commerciële producten. Vervolgens maakten ze van ieder mengsel ook een versie waar 6% nanodeeltjes zinkoxide aan waren toegevoegd. Alle mengsels werden uitvoerig getest op stabiliteit en toxiciteit na twee uur blootstelling aan UV-straling, wat overeenkomt met normaal gebruik van een zonneproduct.

Experimenteren met mengsels van UV-filters

Het eerste mengsel bevatte 1,8% avobenzone, 4% octisalate, 7% homosalate en 5% octocrylene. Het tweede mengsel bestond uit 1% avobenzone, 4% octisalate, 3% octocrylene en 3% bisoctrizole. In het derde mengsel zat 2% avobenzone, 3% octisalate, 3% homosalate, 4% octocrylene en 5% DHHB. Het vierde mengsel bevatte 2% avobenzone, 3% octisalate, 6% homosalate, 3% octocrylene en 2,5% oxybenzone. Het vijfde mengsel, tenslotte, bestond uit 3% octisalate, 2% octocrylene en 5% bisoctrizole. Aan de mengsels werd 6% aan niet-gecoate nanodeeltjes zinkoxide toegevoegd. Omdat dit de mengsel dik en slecht smeerbaar maakte werden ze vervolgens iets verdund.

Nano zinkoxide maakt cocktails instabiel

Wat bleek? De vijf mengsels die geen nanodeeltjes zinkoxide bevatten veranderden onder invloed van UV-straling nauwelijks en bleven stabiel, veilig en werkzaam. De mengsels waar wel nanodeeltjes zinkoxide aan waren toegevoegd bleken echter uiteen te vallen onder invloed van de UV-straling en daarmee ook meer toxisch te worden. De wetenschappers concludeerden dan fabrikanten zeer voorzichtig moeten zijn met het toevoegen van nanodeeltjes zinkoxide aan cocktails van actieve ingrediënten in zonneproducten.

Bescherming tegen UV-A tot 80% minder

Het goede nieuws is dat uit dit onderzoek blijkt dat de gangbare cocktails van actieve ingrediënten in zonneproducten ook na langdurige blootstelling aan UV-straling werkzaam, stabiel en veilig blijven. Het slechte nieuws is dat zinkoxide, op zichzelf een effectieve en veilige UV-filter, een behoorlijk desastreuze werking op de stabiliteit en veiligheid van een product heeft als hij wordt gebruikt in een cocktail van actieve ingrediënten.

Het probleem speelt vooral in de VS

De bescherming tegen UV-A straling kan zelfs, zo blijkt uit het onderzoek, binnen twee uur met 80% verminderen. Het probleem speelt vooral in de VS, waar veel minder ingrediënten zijn toegestaan en men voor bescherming tegen UV-A veel vaker gebruikt maakt van cocktails die zinkoxide bevatten.  

Wat nu? Coaten is eigenlijk een must, van minerale deeltjes

Uit eerder onderzoek is gebleken dat het coaten met silicium of aluminium hydroxide er voor zorgt dat nanodeeltjes titaniumdioxide minder snel formules afbreken onder invloed van UV-straling, waardoor ze de werking en veiligheid van een zonneproduct minder snel doen afnemen. Wellicht zou dit ook een oplossing kunnen zijn bij nanodeeltjes zinkoxide. In het onderzoek wordt gesteld dat hier meer onderzoek naar nodig is.

Echter weten wij dat er al diverse producten bestaan waarin gecoate deeltjes zinkoxide zitten. Dit kan met siliconen maar ook met plantaardige wassen zijn. Onderaan het artikel geven we suggesties. Daarnaast weten we ook dat het coaten van minerale deeltjes belangrijk is, omdat, en dat is met name van titaniumdioxide bekend, ze door opname en reflectie van licht/warmte dit weer met een hogere energie kunnen afgeven. Dit wordt een lichtreactie genoemd, en dat kan vrije radicalen op gang brengen.

Resumerend is het dus volgens dit onderzoek zo dat op zichzelf veilige ingrediënten een stuk minder veilig worden als ze samen worden gebruikt, en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Tegelijkertijd zou het erg jammer zijn als het op zich goede zinkoxide niet meer gebruikt kan worden in combinatie met andere actieve ingrediënten. Hopelijk komt de industrie binnen een redelijke termijn met een werkbare oplossing.

Lees ook