Baanbrekende inzichten in de mondzorg

03:42 - 02:13
luistertijd 03:42 - leestijd 02:13

Gaatjes vullen niet altijd nodig

Een studie van de University of Sydney heeft aangetoond dat tandbederf kan worden gestopt en voorkomen zonder de noodzaak voor de traditionele ‘boren en vullen’ methode. Het boren en vullen van tandbederf is al decennialang de overheersende en meest toegepaste methode in de tandzorg.

De resultaten van de zeven jaar durende studie – die begin december zijn gepubliceerd in vakblad Community Dentistry and Oral Epidemiology – tonen aan dat de noodzaak voor vullen voor 30 tot 50 procent wordt gereduceerd, wanneer de juiste preventieve mondzorg wordt toegepast.

Nieuwe inzichten in het verloop van tandbederf

“In veel gevallen van tandbederf is het niet noodzakelijk om te boren en vullen,” zegt onderzoeker Professor Wendell Evans van de University of Sydney. “Dit onderzoek signaleert de noodzaak voor een grote verandering in de manier waarop tandartsen jarenlang met tandbederf is omgegaan. De focus moet nog meer op preventie komen te liggen. Lange tijd werd gedacht dat tandbederf een sterk progressief fenomeen is en dat de beste manier om het onder controle te krijgen was gelegen in het snel opsporen en meteen weghalen van het tandbederf om te voorkomen dat het een gaatje wordt. Na het verwijderen van het tandbederf werd de getroffen tand dan hersteld met een vulling.”

Tandbederf pas na 4 tot 8 jaar ook echt een gaatje

Echter, diverse onderzoeken uit de afgelopen 50 jaar hebben aangetoond dat tandbederf niet altijd progressief verloopt en zich bovendien langzamer ontwikkeld dan voorheen werd gedacht. Bijvoorbeeld: het duurt gemiddeld 4 tot 8 jaar voordat tandbederf zich van de buitenste laag van een tand (het glazuur) naar de binnenste lagen van een tand (dentine) verplaatst. Pas dan wordt het bederf ook daadwerkelijk een gaatje en is boren en vullen wel noodzakelijk.

“Dat geeft ons voldoende tijd om het tandbederf te vinden en te behandel voordat het een gaatje wordt en dus een vulling nodig heeft,” aldus Evans.

Cariës Management Systeem

Professor Wendell en zijn team hebben op basis van deze inzichten het Cariës Management Systeem (CMS) ontwikkeld. Dit is een reeks protocollen, die het inschatten van de risico’s op tandbederf, het interpreteren van röntgenfoto’s van het gebit en een speciale behandeling van tandbederf beslaan. Dit CMS bestaat uit 4 aspecten:

  1. Het aanbrengen van fluoride in een hoge concentratie op de plekken van het gebied die zijn aangetast door tandbederf.
  2. Aandacht voor de juiste methode van tandenpoetsen.
  3. Het beperken van snacks en frisdranken met veel suiker tussen de maaltijden door.
  4. Risicogestuurde monitoring van het gebit.

NB: De CMS methode wordt toegepast, wanneer er al sprake is van tandbederf. Dit wijkt af van de in Nederland veel toegepaste methode (vooral bij jonge kinderen) van sealen, waarbij groeven in kiezen preventief worden afgedekt met een beschermlaagje, zodat tandbederf op deze met de tandenborstel lastig bereikbare plekken kan worden voorkomen.

Samenwerking tussen tandarts en patiënt

De CMS methode is als eerste uitgetest op patiënten met een hoog risico op tandbederf in het Westmead Hospital. Dit met groot succes. Daarna is de methode uitgerold in diverse tandartspraktijken in Australië. “De reductie in tandbederf én de reductie in boren werd natuurlijk met open armen ontvangen door patiënten,” zegt Professor Evans. “En natuurlijk speelt de patiënt zelf ook een grote rol bij deze methode, gelet op stap 2 en 3 van de methode. Een goede ‘samenwerking’ tussen tandarts en patiënt is dan ook dan ook onontbeerlijk.”

Bron

Lees ook