shop HEMA Pure nagellak, vegan De nagellak trend is zo huidvriendelijk mogelijk, zo min mogelijk schadelijke chemicaliën. Het is een kleurrijke vegan lijn waarvan 85% ook plantaardig is. Su deed de test! Bekijken Nu revivals, vintage en herwaardering voor klassiekers aan de orde van de dag zijn, is het een mooi moment om één van […]

04:50 - 02:53
luistertijd 04:50 - leestijd 02:53

Nu revivals, vintage en herwaardering voor klassiekers aan de orde van de dag zijn, is het een mooi moment om één van de mooiste geuren uit de jaren tachtig weer eens wat aandacht te geven. Jardins de Bagatelle(1983), een witte bloemengeur van Guerlain, ooit enorm populair, dreigt in de vergetelheid te raken en da’s zonde. Ik hou erg van bloemengeuren en deze, met z’n mooie mix van jasmijn, rozen en tuberozen, is altijd een favoriet geweest. Hij verdient ’t om een klassieker te zijn, net als z’n Guerlain-zusjes Jicky, Shalimar en Mitsouko en z’n broertje Habit Rouge.

Jardin de Bagatelle is een echte, herkenbare Guerlain geur, en tevens een echte jaren tachtig geur: duidelijk aanwezig, drastisch en behoorlijk dramatisch, zoals alles in de jaren tachtig net wat groter en nadrukkelijker was. De kapsel waren enorm, de schoudervullingen gigantisch en de make-up allesbehalve subtiel. Maar ik hou van de jaren tachtig en hoewel ik mezelf niet meer met wild getoupeerd haar zie lopen (ik heb geen haar meer), nauwelijks nog schoudervullingen in m’n jasjes heb (al kan dat zo weer veranderen, zo’n fashionvictim ben ik wel) en m’n The Cure/Boy George make-up voorgoed in de nevelen der historie en stoffige fotoalbums verdwenen is, is de liefde voor Jardins de Bagatelle altijd gebleven.

In de jaren tachtig huppelde ik als arrogant, opgetut, jong ventje in veel zwart gehuld door nachtelijk Amsterdam met een wolk Jardins de Bagetelle om me heen.

Tegenwoordig schrijf ik als veertiger m’n stukjes en ga ik uit eten met een wat subtielere dosis Jardins de Bagetelle om me heen. Ik weet heus wel dat deze geur voor vrouwen bedoeld is, maar van zulke dingen heb ik me nog nooit iets aangetrokken. Als ik het mooi en lekker vind, dan draag ik het.

Gewoon een witte bloemengeur…..

Maar waarom is Jardins de Bagatelle geen klassieker geworden? Tja. Jicky heeft natuurlijk de eer dat ze het eerste moderne parfum is, de eerste die synthetische geurcomponenten in zich had en de oudste uniseks geur is. Shalimar heeft haar veelzijdigheid en haar vanille, en Mitsouko is dé klassieke chypre. Dat heeft Jardins de Bagatelle allemaal niet. Ze is, zoals een parfumkenner onlangs tegen me zei, ‘gewoon een witte bloemengeur’. En toegegeven, die zijn er wel meer. Maar Jardins de Bagatelle is een ontzettend mooie witte bloemengeur. Ze is fris, de bloemen zijn herkenbaar en mooi, en nergens wordt ze overdreven lieflijk of tuttig. Ze is aanwezig, ze is brutaal maar nooit wordt ze goedkoop of ordinair.

Ze leeft en ze bruist, zegt het originele persbericht uit ’83, en dat klopt. Ze heeft iets zoets en tegelijkertijd iets pittigs en die combinatie blijft me bevallen.

De jasmijn, de frisse rozen, de warme tuberoos, de vleug bittere sinaasappel, de suiker en vanille, de onderliggende houttonen, het blijft zalig. Ja, er zijn meer bloemengeuren die deze componenten in zich hebben, maar niet één die het zo mooi combineert als Jardins de Bagatelle.

Publiciteitscampagne

Jardins de Bagatelle is gemaakt door Jean-Paul Guerlain, die ook het lekkere Habit Rouge (1965) en de in mijn ogen minder geslaagde Samsara (1989) en Coriolan (1998) maakte. De publiciteitscampagne was destijds helaas ronduit tuttig. De geur is vernoemd naar een tuin in het Bois de Boulonge in Parijs. De tuin en het kasteeltje dat het omringt, zijn ontstaan door een weddenschap tussen koningin Marie Antoinette en haar zwager, de Graaf van Artois. De graaf had het land gekocht en wilde er een kasteeltje bouwen. De koningin daagde hem uit om dat in minder dan drie maanden voor elkaar te krijgen. Hij deed het in 63 dagen. De tuinen werden ontworpen door de bekende Schotse landschapsontwerper Thomas Blaikie, in de destijds populaire Engelse stijl.

In de publiciteitscampagne die Guerlain in 1983 bedacht voor Jardins de Bagatelle domineren die tuinen in een poederige, tuttige, roze stijl die niets te maken heeft met de pittigheid en frisheid van de geur.

Een campagne die gelukkig geheel vergeten is. De flacon is klassiek en typisch Guerlain. Hij is ontworpen door beeldhouwer Robert Granai en heeft de vorm van een zuil. Mooi, tijdloos maar niet opzienbarend.

Maar goed, de flacon en de campagne zijn onbelangrijke bijzaken. Het gaat om het parfum. En dat is zalig. En dat mag zo onderhand wel weer eens gezegd worden. De tijd is rijp voor een herwaardering van Jardins de Bagatelle. Bij deze dus.

Lees ook