Het gebruik van nanotechnologie in cosmetica ligt al geruime tijd onder vuur. Wetenschappers kunnen het niet met elkaar eens worden of het gebruik van zeer zeer kleine deeltjes in cosmetica nu wel of niet veilig zijn, en waar de grens ligt hiervoor. Belangrijk in dit debat is om te komen tot een goede definitie van wanneer een deeltje een nanodeeltje genoemd mag worden. Hoe klein of hoe groot mag het zijn? Nanodeeltjes worden steeds vaker gebruikt omdat ze helpen cosmetica nog efficienter te laten werken. Zo zijn er nano uv-filters, uit minerale stoffen: hoe kleiner de deeltjes zink en titanium zijn, hoe minder de wit de huid wordt, hoe krachtiger het uv-beschermend scherm wordt, hoe minder snel je verbrandt. Maar nanotechniek wordt ook gebruikt om actieve stoffen dieper in de huidlagen te krijgen om nog beter effect te bereiken, tegen bijv. rimpelvorming en dergelijke. De angst is dat de delen zo klein zijn dat ze door de huidlagen heen in de bloedbaan terecht kunnen komen en mogelijk dna schade veroorzaken met ziekten tot gevolg. Het meest recente onderzoek zou laten zien dat een gezonde huid met een normaal functionerende huidbarriere geen tot nauwelijk nanodelen doorlaat, maar geschonden huidbarrieres hier wel meer toe in staat zijn, denk aan eczematische huiden.
Op de vaksite Cosmetics Design wordt gesteld: ‘Although it is now generally accepted that something in the nanoscale has a size somewhere between 1 and 100nm, there is no scientific evidence to qualify the appropriateness of the 100nm value as an upper limit, the committee claims.’ Een bijkomend probleem is dat het verschrikkelijk moeilijk zo niet nog onmogelijk is om alle deeltjes van een gelijke afmeting te maken, zo klein zijn ze namelijk. Het kan dus voorkomen dat je toch kleinere deeltjes maar ook grotere deeltjes krijgt. Er zijn betere methodieken nodig om de deelgrootte te kunnen bepalen om uiteindelijk ook tot een heldere definitie van wat nanodeeltjes zijn te kunnen komen – aan welke voorwaarden ze moeten voldoen willen ze als nano geclassificeerd worden.
In deze pdf file van de SCENIHR (Scientific Committee on Emerging and Newly Identified Health Risks) kun je er meer over lezen. Ben je bovengemiddeld geinteresseerd (wetenschapper?), dan kun je je hier in het publieke debat storten, een vrijplaats die er speciaal online voor is opgericht vanuit de EU.