Yves Rocher bestaat dit jaar 50 jaar en ziet het blijkbaar als een mooie gelegenheid om het bedrijf en vooral het merk weer nieuw leven in te blazen. Geen gekke gedachte, want zeker in Nederland was het merk Yves Rocher de afgelopen jaren behoorlijk weggezakt in aanwezigheid en beleving. Nuja, wellicht niet bij oude rotten zoals ik die eind jaren’70 zweerden bij het merk al was het alleen maar omdat dat postorderen waarmee het bedrijf zo groot werd, je ook elke keer een hele nieuwe lading monsterjes opleverde. Bovendien zag die groene (ja, toen al!) catalogus er niet te versmaden uit. Ik spelde dat ding ’s avonds in bed, waarop dan weer flinke (nu ja..50 gulden was al een heel bedrag in die tijd) order aan meneer Rocher in dat verre Franrkijk volgde. Ook zijn visie, zijn beleving met de natuur en milieu, kon ik dromen, net zoals die afgrijselijke portretfoto van de beste man. YR was heilig voor mij als eind tiener, begin twintiger. Al had ik wellicht nog meer geld ernaartoe gebracht als de man er wat sexier uit had gezien. Maar goed, dat was toen.
In de jaren negentig ben ik wel eens op persreis naar het paradijs van YR geweest in Frankrijk. Ik herinner me een klein natuurmuseum waarin ik veel leerde over algen, ik herinner me tuinen vol lavendel en andere planten, en een fabriekje met immense ketels waar de cremes in werden gedraaid. Er liepen mensen rond met witte jassen aan en kapjes op, alles moest spic ’n span schoon zijn. Het was een fijn ’s zomers tochtje, dat ons ook nog eens een spannend vluchtje met de heli boven het Franse landschap opleverde, een cursusje boogschieten in het bos en een spannend toneelstukje over tovenaars en prinsesjes die ooit in die eeuwenoude Gallische bossen hadden geleefd. Ik kwam weer helemaal herboren thuis.
YR heeft voor mij altijd een groen imago gehad, net zoals Kneipp, Timotei en nog wat cult-kanjers uit de tijden van weleer. Later leerde ik dat ze echt niet 100% groen waren, ze mixten er lustig op los met synthetische toevoegingen, voor de houdbaarheid, gemakzucht en betaalbaarheid. Nog weer later leerde ik ook dat groen niet alleen 100% plantaardig hoeft te zijn, mede omdat dat nauwelijks bestaat in cosmetica (tenzij je over simpele olien praat), maar dat het ook over andere duurzame zaken kan gaan. Proberen om de plantenstoffen die je gebruikt uit een duurzame (biologische) bouw te halen, goed te doen voor andermans duurzame projecten, zoals YR vrouwen prijzen geeft die zich inzetten voor milieuvraagstukken.
Wellicht is YR in eigen land altijd flink op de trommel blijven roffelen en is dat in Nederland is het slop geraakt. Nu groen, van licht tot donker en alles daar tussen in, zo hot is, is het niet verwonderlijk dat YR denkt ‘he potdomme, wij zijn al 50 jaar knalgroen, zien jullie dat niet?’ en voila, met een beetje Ajax (groene natuurlijk..) door het cosmeticapaleis, kun je de verstofte groengrijze boel weer groen als gras maken. Oude wijn in nieuwe zakken noemt men dat ook wel. Ofwel; teruggaan naar de kernwaarden. Plus nog wat extra’s: YR heeft tegenwoordig Eco-cert gecertificeerde cosmetica. Die lijn is net een beetje meer biologisch dan het ooit was met net nog iets minder of helemaal geen synthetische toevoegingen meer. Niet dat dat zoveel uitmaakt, maar die keurmerken zijn ook hot; marketingtools om je mee te onderscheiden. Daar hangt dan ook wel meteen een prijskaartje aan. De bio-lijn is fors duurder. Deels ook omdat het voeren van een keurmerk duur is, jaja, met een keurmerk wordt geld verdiend door de verstrekker ervan. Dan maar wel hopen dat de consument ze kan onderscheiden anders is het nog een slechte investering.
Maar dan wordt het pas echt leuk: het stuk van het ANP neemt een wending richting werkzaamheid en veiligheid. Hoe werkzaam is groen eigenlijk en is het echt beter voor de huid? Waar deze insteek op gebaseerd is, wordt niet duidelijk. Heeft YR dat verkondigd, of zit het in het hoofd van de journalist? Wie de visie van YR op de site doorleest komt nergens de bewering tegen dat YR spullen maakt die veiliger en gezonder zijn voor de huid. Er wordt wel van alles ingesinueerd, want wie denkt aan groen denkt per definitie aan gezondheid, maar een beetje realist weet natuurlijk echt wel dat de natuur alles behalve vredig, gezond en veilig is. Het is een bar moeras waarin het net zo bar overleven is. Wie dat nog niet wist, moet nu maar fijn wakker worden. Ik onderstreep de wijze woorden van arts-onderzoeker Jetkse Ultee volledig en roep dit zelf ook al veel langer.
Het is een droom, die eeuwige hang naar het paradijs, naar rust en orde en regelmaat. Ik ga toch maar eens een kijkje nemen in die winkel in Rotterdam. Ik verlang heel erg naar zo’n paradijs vandaag.
Nog meer groen nieuws:
L’Oreal steunt een bioplastics leerstoel in Frankrijk
Palmolie winning schaadt onze oerwouden
Nieuwe keurmerken en standaarden voor eco-creme: Natrue en Cosmos