Een goede schuimer in haarproducten of een jeuk veroorzaker?

03:12 - 01:55
luistertijd 03:12 - leestijd 01:55

INCI naam: Cocoamidopropyl Betaine of Cocamidepropyl betaïne

Cocoamidopropyl betaïne wordt soms ook gewoon betaïne genoemd, wat niet helemaal correct is. Op de INCI lijst is de naam betaïne gereserveerd voor een ander stofje – trimethylglycine, wat ook in cosmetica wordt gebruikt. Daarnaast is betaïne ook een verzamelnaam voor de hele groep stoffen met vergelijkbare chemische structuur, maar uiteen lopende eigenschappen. Om de verwarring te voorkomen wordt cocoamidopropyl betaïne soms ook coco-betaïne genoemd.

Cocoamidopropyl betaïne is een surfactant (zie aldaar), die meerdere eigenschappen verenigt. Het werkt zowel reinigend als schuimbevorderend, en als een terugvetter. Het is een van de mildste surfactanten die er is. Daarom is het ook geliefd in reinigende cosmeticaproducten. In haarproducten (denk conditioners) wordt het ook gebruikt vanwege het antistatische effect op haar – zodat het makkelijker doorkambaar wordt.

Er bestaat een misverstand over de schuimende en reinigende werking van de surfactanten. Veel mensen denken, dat hoe meer het product schuimt, hoe beter het reinigt. Maar deze twee eigenschappen staan los van elkaar. Sommige surfactanten zijn sterker in reiniging, andere in schuimvorming. Vaak worden er meerdere surfactanten met elkaar gecombineerd om een optimaal reinigend vermogen en schuimvorming te bereiken.

Omdat coco-betaïne de irriterende werking van andere surfactanten tegen kan gaan, wordt het vaak daarmee gecombineerd. Sodium laureth sulfaat (of SLES, zie aldaar) met coco-betaïne is tegenwoordig de meest gebruikte basis voor shampoos en douchegels.

Deze stof wordt geproduceerd uit kokosvet. De vetzuren uit kokos worden zodanig synthetisch bewerkt dat er uiteindelijk de stof cocoamidopropyl betaine uit ontstaat.

Ondanks de zeer milde eigenschappen, zijn er berichten dat sommige mensen allergisch kunnen zijn voor coco-betaïne. Sommige studies wekken de indruk dat niet coco-betaïne zelf de boosdoener is, maar de reststoffen die tijdens het verwerkingsproces ontstaan. (Cocamidopropyl betaine by Jacob SE, Amini S.; Dermatitis. 2008 May-Jun;19(3):157-160 en Irritant and sensitizing potential of eight surfactants commonly used in skin cleansers: an evaluation of 105 patients by Corazza M, Lauriola MM, Bianchi A, Zappaterra M, Virgili A.; Dermatitis. 2010 Oct;21(5):262-268). Daar tegenover staan onderzoeken die aangeven dat allergische reacties veroorzaakt door coco-betaïne zeer zeldzaam zijn. Deze studies benadrukken dat veel reacties uit eerdere onderzoeken vals-positief kunnen zijn. (Is cocamidopropyl betaine a contact allergen? Analysis of network data and short review of the literature by Schnuch A, Lessmann H, Geier J, Uter W.; Contact Dermatitis. 2011 Apr;64(4):203-11. doi: 10.1111/j.1600-0536.2010.01863.x).

Voor de gemiddelde consument kan coco-betaïnehoudende cosmetica zonder problemen gebruikt worden. Wie last heeft van eczeem kan door middel van een patchtest laten onderzoeken of coco-betaïne een probleem kan zijn -want dat komt namelijk wel voor. Zo blijkt ook uit recent onderzoek van het RIVM naar allergische reacties op cosmetica.

In een gemiddeld badproduct zit de concentratie van coco-betaïne van 2 tot 12%. Fabrikanten geven aan dat het in de concentraties van 4 tot 40% mag worden gebruikt.

Lees ook