Mick Boskamp kon zijn ogen niet van zijn kapsel houden

04:38 - 02:46
luistertijd 04:38 - leestijd 02:46

Het haar van Prince

Als popjournalist en Playboy-redacteur ben ik drie keer op audiëntie geweest bij Prince, in 1981 en twee keer in 1986, en drie keer verraste hij me met een nagenoeg briljant kapsel. Als Prince his royal badness was, dan was de haartooi zijn kroon.
Op foto’s kon je dat al zien, maar in levende lijve was het nog opmerkelijker. Alsof je een van Gogh van de plaatjes kent en voor het eerst in het Stedelijk ziet hangen.

Van nobody in everybody

Toen ik hem in 1981 ontmoette en de tape-recorder nog niet aan stond, kon ik het niet laten om te zeggen: ‘Great haircut!’. Later zou je het niet in je hoofd hebben gehaald om zoiets tegen Prince te zeggen. Maar toen was hij nog geen grootheid, ook al had hij net Dirty Mind gemaakt, een bizar album waarop hij punk met funk vermengde, en waarmee hij van nobody in everybody zou transformeren.

Als een kaartenhuis in elkaar

Hoewel, nobody. Zijn eerste twee albums waren al krachtig genoeg om van een uniek talent te spreken. En als we het over kracht hebben, dan waren zijn frisseurs op de covers als het haar van Samson. Had je het eraf geknipt, dan was zijn carrière misschien wel als een kaartenhuis in elkaar gestort. Op de hoes van het eerste album For You, een soort muzikale ode aan Stevie Wonder, had hij een perfect geknipte afro en op album twee, simpelweg Prince geheten, dat opende met de hit I Wanna Be Your Lover, droeg hij het weer helemaal anders. Op de achterkant van de cover zit hij naakt op Pegasus, het gevleugelde paard, en heeft hij een geföhnde coupe waar Farrah Fawcet-Majors jaloers op was geweest.

Gestileerd stukje wanorde

‘Thanks,’ zei hij zachtjes, toen ik hem in ’81 complimenteerde met zijn haardracht, een gestileerd stukje wanorde, alsof zichtbare klitten de next big thing zouden worden.

Vijf jaar later mocht ik hem Amsterdam laten zien en zat ik naast hem in een limousine, die ons van club naar club reed. De tijden van coupe chaos waren duidelijk voorbij. Prince was veranderd in een perfecte dandy. De wereldster, die in 2007 een zwoel vrouwenparfum zou introduceren, genaamd 3121, rook ook navenant. Ik dacht de geur Green Irish Tweed van Oliver Creed te herkennen en dat klopte, vond ik later op internet.

Glimmend als lakschoenen

In die limo kon ik mijn ogen niet van zijn haar afhouden. Donkerder dan zwart leek het wel, en glimmend als lakschoenen. Regelmatig bracht hij een vinger naar een lok die bijna voor zijn rechteroog hing en schoof die dan elegant terzijde.

De laatste keer dat ik hem zag, was in Monaco, waar hij was voor opnames van de speelfilm Under The Cherry Moon. Per toeval kwam ik hem tegen in de befaamde club Jimmy’z, waar op dat moment prinses Stephanie de dansvloer onveilig maakte. Dit keer droeg hij het haar als jaren 20-acteur Rudolf Valentino, met een strakke scheiding. Hij kwam naar me toe en klikte zonder iets te zeggen met een verlegen glimlach zijn champagne-glas tegen het mijne. Daarna liep hij weer terug naar zijn gezelschap.

Als iemand zijn haar kon laten spreken, dan was het Prince wel.

p.s. Hoe belangrijk zijn kapsel voor de artiest was, bewijst de song She’s Always In My Hair.

Lemme tell ya, (Even if I was a gigolo), If I was a gigolo all my life, (All my life), She’d still be there, (She’d still be there), Tellin‘ me just how much she really cares, (She cares), She’s always in my hair, she’s always in my hair, my hair

https://www.youtube.com/watch?v=nyyS0FSztKc

@@@@@@

Wie is Mick Boskamp?
Journalist Mick Boskamp
In de 21 jaar dat Mick Boskamp redacteur van Playboy was, ontpopte hij zich als allround reporter en schrijver, maar zijn grote liefde bleef beauty en verzorging. Van zijn hand verschenen talrijke reviews, besprekingen en overpeinzingen over mannengeuren, mannencosmetica, maar zeker ook over vrouwen, de wezens die in zijn ogen handgemaakt zijn om de schoonheid te verkondigen. Dat een en ander met ironie, zelfspot en humor gebeurt, vinden we bij BeautyJournaal juist zo fijn.

Lees ook