SPF labelling is niet realistisch

04:02 - 02:25
luistertijd 04:02 - leestijd 02:25

Waarom smeren met factor 30 een must is

Welke SPF heb je nu eigenlijk minimaal nodig? Volgens het Engelse National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE) is een factor 15 voldoende, mits deze ‘op de juiste wijze’ wordt aangebracht en gebruikt. De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) sluit zich hierbij aan en adviseert consumenten ook om tenminste factor 15 te gebruiken.

Huidkanker of zonnebrand?

Bovengenoemde adviezen richten zich echter op de minimale zonbeschermingsfactor die benodigd is om – in combinatie met het beperken van de duur waarin je aan de zon wordt blootgesteld en het dragen van beschermende kleding – het risico op huidkanker en vroegtijdige huidveroudering te verminderen. De meeste mensen gebruiken echter een zonbeschermingsproduct om zonnebrand te voorkomen. Dat is een andere insteek. Is SPF 15 dan wel voldoende?

SPF 15 als vuistregel

Het is zeker juist dat middelen die tegen de zon beschermen – of dat nu een zonnebrandcrème, shirtje of petje is – ‘slechts’ een beschermingsfactor van 15 hoeven te hebben om consumenten op een doorsnee zonnige dag de hele dag tegen de zon te beschermen. Dit betekent dat deze middelen de eigen beschermingsfactor van de huid 15 maal versterken. Vanuit die optiek zou een zonnebrandcrème met SPF 15 voldoende zijn, aangezien deze een vijftienvoudige bescherming geeft.

Maar wordt SPF 15 wel daadwerkelijk bereikt?

De op een product gelabelde SPF wordt echter uitsluitend bereikt als er per vierkante centimeter huid 2 mg product wordt aangebracht. Dit is namelijk de hoeveelheid waarmee fabrikanten van zonneproducten hun tests uitvoeren. Verder is het nog goed om in het achterhoofd te houden dat een SPF mag worden gelabeld wanneer 50% van de testpersonen de betreffende SPF bereikt. Dit betekent dat de andere 50% een lagere SPF heeft en daarmee een lagere bescherming.

Smeergedrag van consumenten

Helaas is de door fabrikanten in tests gebruikte hoeveelheid niet gebaseerd op hoe consumenten een zonneproduct gebruiken in het dagelijks leven. Het is algemeen bekend dat consumenten veel minder gebruiken en daarmee dus ook veel minder bescherming uit een zonneproduct halen. Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde consument zodanig dun smeert, dat slechts een derde van de SPF op de verpakking van het product wordt gehaald. Je kunt je nu afvragen of we met z’n allen meer moeten gaan smeren, of dat fabrikanten de SPF labelling moeten aanpassen.

Het begint met realistische advies

Het bovengenoemde advies van het National Institute for Health and Clinical Excellence in Amerika bevat zoals gezegd de disclaimer ‘indien op de juiste wijze aangebracht’. Dat klinkt op het eerste gezicht logisch, maar is in de praktijk dus erg onrealistisch. Iedereen die ooit heeft geprobeerd om 2 mg zonneproduct per vierkante centimeter huid aan te brengen, zal kunnen beamen dat dit een glibberige en plakkerige aangelegenheid wordt. Laat staan dat je ook nog een beetje toonbaar voor de dag kunt komen. En dan hebben we het nog niet eens over de kosten die het ‘op de juiste wijze aanbrengen’ met zich meebrengen. Voor een volwassene betekent dit dat ongeveer 30 ml benodigd is om het hele lichaam in te smeren; bij iedere 2 uur opnieuw insmeren is een tube of fles van 200 ml dan binnen 2 dagen leeg.

Gebruik minimaal SPF 30!

De aanbevolen minimale gelabelde SPF (dus wat er op de verpakking staat) om zonnebrand te voorkomen zou 30 moeten zijn in plaats van 15, zolang fabrikanten hun testmethodieken niet aanpassen. Daarmee bereiken consumenten een daadwerkelijke zonbeschermingsfactor van 10; een SPF 10 is voldoende om zonnebrand onder de meeste omstandigheden te voorkomen. Gezondheidsorganisaties zoals de NICE en FDA doen er dan ook verstandig aan hun adviezen aan te passen. Op die manier kan worden voorkomen dat welwillende consumenten zich keurig aan de adviezen houden en toch verbranden. Een gewaarschuwd mens telt voor twee… eh dertig.

Bron

Lees ook